Pagina's

woensdag 27 maart 2013

En we gaan op bedevaart


Als je enkele dagen in Senegal verblijft, heb je sowieso de vele foto’s van invloedrijke marabouts al opgemerkt. Aan halskettingen, op T-shirts, stickers in bussen en taxi’s of in fotokaders in de huiskamer. Vele van deze marabouts waren of zijn de spirituele leiders van het Mouride-broederschap, een tak van de Islam met een eigen Afrikaanse interpretatie. Miljoenen Senegalezen zijn lid van dit broederschap en aanbidden hun geestelijke leiders als goden. Dat steken ze niet onder stoelen en banken. De personencultus die ze hebben opgebouwd rond de marabouts is dan ook opmerkelijk. Er mag in geen geval met hen gespot worden. Ik vraag me af of het blindelings volgens van een persoon als een marabout, ondanks zijn aanzienlijke wijsheid en ervaring, niet gevaarlijk is voor een Afrikaanse democratie als Senegal. Het is alleszins een feit om even bij stil te staan.
Ook heb je hun nachtelijke zangstonden. Daarbij zingt of liever schreeuwt men in koor tot na middernacht islamitische liederen – of zijn het koranverzen, ik kan er alleszins niets van begrijpen.
Iets irritanter zijn de bedelende ‘Baye Falls’. In principe is een ‘Baye Fall’ iemand die de leer volgt van Ibra Fall, een maraboutleerling die de nadruk legde op hard labeur en een sober leven waarbij vijf maal bidden zelfs geen prioriteit had. De bedelende types brengen hun dag door op straat en zamelen geld in voor het broederschap. Hoewel ze je elke keer aanspreken met ‘mon ami!’ zijn ze eerder op je kleingeld uit dan je oprechte vriendschap.
Natuurlijk werkt het fenomeen van Mouridisme niet enkel op m’n zenuwen. Ik hoorde dat dit broederschap een soort sociaal vangnet heeft uitgebouwd. Ook bieden ze transport aan met lagere prijzen, met name de ‘cars Mourides’.
De stad Touba is hun heilige bedevaartsoord en thuisstad van de grote spirituele leider.
De immense moskee die er staat bevestigt nog maar eens de rijkdom en macht van het broederschap én de marabout. Ik ging erheen om de pracht en praal van de moskee te aanschouwen en wat meer te weten te komen over de bijzondere geloofsovertuiging van de Mouriden.

Eerst met de trein naar Thiès, langs de sloppen van Dakar en de brousse van het schiereiland. Daar vroeg ik naar een slaapplaats – hopelijk gratis – in een katholiek seminarie.  Natuurlijk was ik welkom in Gods huis! Ik vertelde maar niet dat ik naar Touba reisde. De volgende dag vond er in het parochiezaaltje een conferentie plaats over de stem van de vrouw in de politiek. Niet toevallig vierde men de dag voordien wereldvrouwendag. Een man die naast me zat zei me cynisch dat de vrouwen enkel gekomen waren vanwege het rijkelijke middagmaal achteraf. Hij zag er het nut kennelijk niet van in. Toch vond ik het een opluchtend initiatief. 
de enigste foto van Cheikh
Amadou Bamba
of gewoonweg
sérigne Touba
Nadien weer op weg naar Touba. Diezelfde avond nog stond ik voor de 87 meter hoge, blauwverlichte minaret van de moskee: Lamp Fall.
Een Baye Fall – geen bedelende, dus de aangename types – gaf me een korte rondleiding; marmer van Italië en Porugal, decoratie van Tunesië en Marokko en zelfs tapijten uit België. Het lijkt wel of de hele wereld heeft bijgedragen aan deze moskee. En vanwaar komt dat geld? Elke Mouride heeft op vraag – of bevel?- van de marabout 1000 FCFA afgestaan, een kleine moeite. Maar 1000 FCFA maal enkele miljoenen…
In Touba moet m’n bovendien niet betalen voor water en elektriciteit en zijn bouwgronden gratis. Een cadeautje van de marabout of investering van het ‘belastingsgeld’ van de Mouride bevolking? Hoe dan ook, het bespaard vele armere gezinnen financiële problemen.
Ik leerde over de historie van de beroemde Amadou Bamba, de stichter van het broederschap, en zijn nakomelingen; over hun levensloop en verrichte mirakels.
Kan iemand hen vragen om op een miraculeuze wijze het leven van de talibé’s te verbeteren?





Lamp Fall, de hemelhoge minaret, het baken van het Mouridisme


Geen opmerkingen:

Een reactie posten