Afrika danst
We maken in Europa het onderscheid tussen een Noord-Europese
en Zuid-Europese cultuur of zien de verschillen tussen de Waalse en Vlaamse
samenleving. De al even gediversifieerde Afrikaanse culturen scheren we vaak
over dezelfde kam. We spreken gemakshalve over Afrika alsof het een land is en
over ‘dé Afrikaan’ alsof het om één nationaliteit draait. Als je dan toch wil
veralgemenen wanneer je het over Afrika hebt, lijkt één onderwerp me daar nog
net geschikt voor: Afrikaanse dans.
Dansen is één van die activiteiten die vrijwel elke Afrikaan
genegen is. In een dorpje aan de Congo-rivier of in een kuststad als Dakar,
overal is dans een essentieel onderdeel van het dagelijkse leven en een
traditie die niet zal verdwijnen. Dansen helpt hen om zich uit te drukken daar
waar woorden tekort schieten. Van zodra ze hun eerste stapjes zetten, leren
kinderen op het ritme bewegen. Ze groeien als dansend op. De kinderen op het
project hadden het tijdens de dans- en muzieknamiddag steeds naar hun zin, ook
al dansten ze telkens op dezelfde muziek. Wanneer ze ouder worden, is dans het
middel bij uitstek om als jonge saisai
of playboy een meisje aan de haak te slaan. Op latere leeftijd blijft
het bij bescheiden heupgeschud en sierlijke armbewegingen op het ritme van
bruiloftsmuziek.
De kinderen van onze gastfamilie in Casamance, Zuid-Senegal, worden later vast professionele dansers.
Zelf bakte ik er niets van toen ik me aan een dansles
waagde. Misschien nam ik het te serieus, bang om een verkeerde beweging te
maken. Bij Afrikaanse dansers en danseressen lijkt daarentegen alles vanzelf te
komen, zonder strakke choreografie. De djembé geeft het ritme aan en elke
spiervezel staat gespannen. De danser staat klaar om te exploderen, als een bom van expressie, om dan weer over te gaan in elegantie en harmonie. Zulke spontane dansvormen, zonder regels en met alle ruimte voor improvisatie en creativiteit, zijn kenmerkend voor het hele Afrikaanse continent.
Ik kreeg de danstechniek – als die al bestaat
bij zulk spontaans – zelf niet onder de knie maar naar een dansvoorstelling
gaan kijken, blijft me de moeite waard. Daarvoor hoef je bovendien niet naar Afrika af te
reizen. De voorstelling Drums and Digging van Congolees Faustin Linyekula, die ik vorige week bijwoonde in
het cultuurcentrum STUK te Leuven, heeft bijvoorbeeld een diepe indruk op me nagelaten.
Het volgende filmpje is opgenomen tijdens het folklore festival in Dakar: een mooi voorbeeld van traditionele Senegalese dans, expressief en explosief.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten