zondag 11 november 2012

De drijvende krachten achter TSX



Samba (links, natuurlijk) neemt de boekhouding voor zijn rekening. Ook bezoekt hij, vergezeld door enkele vrijwilligers, de families van de kansarme kinderen en onderhoudt hij het contact met de marabouts. Zo blijven ze op de hoogte van de thuissituatie van de kinderen. 
En zijn engagement houdt niet op bij TSX. Op zaterdag stoomt Samba nieuwe Senegalese studenten klaar voor een succesvolle opleiding aan de universiteit van Dakar.

Max is zowat de hoofdmonitor en tegelijk het grootste kind van het project. Zo gedraagt hij zich toch. Hij maakt zich daarmee wel heel populair en geniet het meeste gezag bij de kinderen. Deze zijn dan ook muisstil en aandachtig als hij z'n stem verheft. Max moet zich  natuurlijk niet voortdurend kwaad maken, ook al kunnen kan dat klein grut aardig wat streken uithalen.
Hij bruist van de energie en kan de kinderen steeds motiveren om enthousiast deel te nemen aan de namiddagactiviteiten. Na 18u gaat hij een balletje trappen op strand van Yoff en leidt straatkinderen  
                                                      op tot jonge voetbalbeloften.



Arthur is 's morgens vroeg uit de veren om het ontbijt voor de talibé's te prepareren. Samen met de vroege vogels onder de vrijwilligers, besmeert hij een berg stokbroden met choco en geeft hij al deze kinderen (ongeveer negentig) een beker warme melk. 
Rond 9u assisteert hij Max en Dominique bij het lesgeven aan de kleinsten. 
Arthur fungeert vooral als klusjesman binnen het project. Met het weinige materiaal dat er voor handen is, slaagt hij er toch in om de nodige reparaties uit te voeren.





Dominique staat ’s morgens voor zijn klasje van een zestal  leerlingen van 6 à 7 jaar.  Zij zijn nog net niet oud genoeg om achter de schoolbanken te mogen zitten. Hij houdt zich dan vooral bezig met hen de basis rekenen bij te brengen en het alfabet erin te hameren. 
Samen met Max en andere vrijwilligers bedenkt hij geschikte namiddagactiviteiten. Vanuit zijn ervaringen als leider in de scouts van Yoff kan hij wel wat ideeën op tafel leggen. 
Voor hij aan de slag ging bij TSX, was Dominique actief in de schrijnwerkerij. De kasten en rekken in het project zijn van zijn hand. Hij timmerde ook al een aantal tafeltjes ineen voor de vrijwilligers in hun logement.






De kokkin van dienst is Clémence. Zij staat de hele voormiddag in de keuken en maakt het middagmaal voor de kinderen en begeleiders klaar. Elke weekdag kent zijn vaste schotel. ‘Riz au poisson’ is standaard, maar de saus en groentjes die eraan toegevoegd zijn, verschillen. Ook honger is een goede saus: de kinderen slagen erin na slechts enkele minuten de berg rijst met vis achter de kiezen te hebben. Na de afwas legt Clémence zich te rusten of ontfermt ze zich over haar twee jaar oude dochtertje, Ilse. 

woensdag 7 november 2012

Taxawu Suñuy Xalé 


Ongeveer tien jaar geleden richtte Lies Van Camp, de voormalige uitbaatster van het reiscafé/herberg Via-Via, TSX op voor de talibé's van Yoff en de omringende wijken. Toen stond de afkorting TSX nog voor 'Talibés Samaiy Xarittes' : 'De Talibé's, mijn vrienden'. De organisatie spitste zich eerst enkel toe op deze leerlingen van de Koran en was gevestigd in de Via Via-herberg zelf. De kinderen konden er onder andere terecht om hun honger te stillen.
Talibé's kan je vaak herkennen aan het blik of de plastieken emmer onder hun arm, vaak gevuld met rijst, suiker en munten

Later verhuisde het project naar een andere locatie met meer accommodatie om het groeiende aantal talibé's op te vangen.  De organisatie draaide op volle toeren en er werden plannen gemaakt om de doelgroep uit te breiden.
Vandaag is TSX aan z'n derde opvangtehuis toe en richt zich nu ook tot de kansarme kinderen van Yoff. Dit zijn tevens straatkinderen maar krijgen, i.t.t. de talibé's, geen les van een marabout. Ze reisden met hun familie af naar de hoofdstad op zoek naar een betere toekomst.  Eenmaal hier, blijkt de grootstad niet veel beters te bieden.
De naam van het project is intussen veranderd naar 'Taxawu Suñuy Xalé' (eerder vertaald als 'onze kinderen bijstaan'). Naast de talibé's zijn dus ook andere straatkinderen welkom in het tehuis.
De organisatie wordt nu draaiende gehouden door vijf Senegalese medewerkers, financieel gesteund door de Belgische vzw Afractie. Samen met de vrijwilligers zijn ze de hele dag, van 8u 's morgens tot half 6 's avonds, in weer om die bengels een tweede thuis te geven. Wel, 'in de weer', het gaat er hier nog steeds op z'n Afrikaans aan toe. Dus iedereen neemt er z'n tijd voor en met de nodige rustpauzes. 
Een gewoonte die door de vrijwilligers maar al te gemakkelijk wordt overgenomen. 

voor meer info over vzw Afractie en het project: bezoek www.afractie.be 

dinsdag 6 november 2012

Een toubab in het land van de teranga


Op 10 september 2012 stond ik in Zaventem nerveus te wachten op het vliegtuig dat me naar Afrika zou brengen.  De precieze bestemming: Dakar, de hoofdstad van Senegal, meer bepaald Yoff, een voorstad van deze drukke metropool en m'n nieuwe thuis gedurende tien maanden. Nu ja, 'thuis', na twee maanden is het nog steeds een hele aanpassing maar geleidelijk aan begin je wel aan de nieuwe omgeving te wennen. Ook al word ik dikwijls geconfronteerd met de vele problemen waar Senegal mee te kampen heeft. Ik werk immers als vrijwilliger in een project dat zich inzet voor kansarme kinderen en talibé's. Beide groepen zijn straatkinderen, maar om een verschillende reden die ik later zal uitklaren. Ik help er, samen met andere vrijwilligers, de vaste Senegalese werknemers om de kinderen te voorzien van maaltijden,  hen de basis lezen, schrijven en rekenen bij te brengen, hun wonden te verzorgen en namiddagactiviteiten te organiseren. Kortom, we proberen hen een warm nest te bieden waar ze zich veilig voelen en de aandacht krijgen die een kind nodig heeft. Ze leren er samen spelen, delen, overleggen, werken in groep, voor elkaar zorgen... Zaken die ze op straat niet  verwerven, daar is het geregeld ieder voor zich.
De kansarme kinderen blijven een hele dag op het project en vetrekken 's avond naar huis.
De talibé's, dwz de leerlingen van een marabout of islamgeleerde (waarover later uitgebreid uitleg), komen daarentegen enkel over de vloer om hun ontbijt en middagmaal te verorberen. Nadien slaan ze weer aan het bedelen. Enkele maanden geleden werden ze er nog onderwezen in het Frans, de officiële taal in Senegal. Maar sinds de marabouts hen dat verboden wegens 'on-islamistisch', zijn deze lessen in het project tijdelijk stopgezet. Deze talibé's kunnen natuurlijk nog steeds bij ons terecht om zich medisch te laten soigneren. De Senegalese naam van het project: "Taxawu Suñuy Xalé", wat zoiets betekent als "onze kinderen bijstaan" vat ook weer mooi samen waar we voor staan.

Ik woon bij een Senegalees koppel in een klein maar gezellig huisje op loopafstand van het project. Ook de moskee ligt niet veraf, wat af en toe voor wat geluidsoverlast zorgt. Maar ik heb er absoluut niet te klagen. Het koppel, Mame en Njaye, is enorm vriendelijk en hebben me al meermaals laten kennismaken met de Senegalese 'teranga', oftewel 'gastvrijheid', waar dit West-Afrikaanse land bekend voor staat.
In deze twee maanden heb ik al heel wat mogen meemaken. Zowel binnen als buiten de muren van het project. En er staat nog veel te gebeuren. Een toubab of 'blanke' staat hier in Zwart Afrika voor veel verrassingen. Het zal geen gemakkelijke opgave worden een duidelijk beeld weer te geven van Senegal en zijn continent. Afrika moet je, naast foto's ervan bekijken en erover te lezen, vooral kunnen aanvoelen. Maar ik hoop met deze blog toch al een aantal mooie indrukken over te brengen.