zaterdag 30 maart 2013

Kleine kinderen met een aangrijpende achtergrond


Het project telt ongeveer 40 straatkinderen. Allen kunnen ze zowel je hart doen smelten als het bloed vanonder je nagels halen. Na zeven maanden heb je toch al een hechte band met hen opgebouwd maar van hun achtergrond weten we haast niets af. Wanneer verhalen over hun verleden ons ter ore komen, staan we vaak versteld.

Kleine Clémence, aka Diacoundous


Clémence was sinds de vorige zomervakantie een nieuwkomertje in TSX. Niet enkel het project was voor haar een nieuwe beleving. Ze was, net als wij, maar net in de grote chaotische stad Dakar gestrand en we merkten dat ze zich, na enkele maanden, nog steeds niet thuis voelde. Omdat ze de omgangstaal, het Wolof, niet sprak, had ze moeite om vriendjes te maken en liep ze een achterstand op in de klas. 
Clémence's roots liggen in Youtou, een afgelegen dorpje in de Casamance. Ze groeide er op in de lemen hutten tussen de natuur. Een paradijs voor velen maar de levensomstandigheden zijn er niet altijd even aangenaam: geen water, geen elektriciteit, niet voldoende werk. 
Het leven is er vrij eenvoudig, iedereen draagt z'n steentje bij aan de kleine gemeenschap in ruil voor bv. plaatselijk geoogste rijst. Ook onderhouden gezinnen zichzelf met behulp van eigen plantages en kleinvee. Maar wat als de natuur eens onverbiddelijk toeslaat? Een oogst die mislukt of een epidemie die de varkens doodt. 
In de overtuiging dat Clémence of Diacoundous, zoals ze werkelijk heet, het beter zou hebben in Dakar, stuurden haar ouders haar mee met Toulaye. Zij is de zus van projectkokkin Clémence, ook afkomstig van Youtou. Omdat Toulaye, eenmaal terug in de hoofdstad, voor haar eenjarig dochtertje moet zorgen en haar gezin het zelf niet zo breed heeft, gaat er slechts weinig aandacht naar Diacoundous. Ze droeg haar dus over aan haar zus, Clémence. Maar ook zij heeft de middelen niet om Diacoundous onder haar hoede te nemen.
Nu wisselt de kleine Clémence, die de naam van haar nieuwe 'mama' overnam, af van onderkomen tussen het project en Toulaye's appartementje. Ze heeft bovendien niemand die voor haar een echte moeder- of vaderrol kan vervullen en wordt wat verwaarloosd.
Is ze in Dakar echt beter af dan in haar dorpje Youtou?


Vivianne, een Liberiaans oorlogskind


Vivianne is een nieuweling sinds oktober 2012. Net als kleine Clémence leeft ze nog niet zo lang in Dakar. Senegal is bovendien niet haar thuisland. Dat land ligt 2000 km verder weg.
Vivianne is afkomstig van Liberia, een staat met een opmerkelijke geschiedenis omdat het nooit gekoloniseerd werd. Vanaf de jaren 80' werd het land geteisterd door staatsgrepen en burgeroorlogen.
Gestoorde tyrans als Charles Taylor, die nu z'n dagen slijt in een cel in Den Haag, hebben in Liberia een enorme schade aangericht. Oorlogen onder zijn bewind kostten vele mensen het leven en inwoners verlieten massaal het land.
Vivianne's vader kwam om in zulk conflict. Sindsdien is haar moeder op de vlucht, op zoek naar een stabiele plek waar haar dochter kan opgroeien. Ik geloof dat ze ook een tijdje in Gambia verbleven. Ondertussen wonen ze bij een tante in Dakar waar ze Engels spreken. Wanneer ik Vivianne vraag: 'how are you?', antwoordt ze steevast 'I'm fine!'


Aïssatou, onder het Zwitsers mes


Over Aïssatou schreef ik al twee berichtjes over haar steeds uitgestelde hartoperatie. Toen wist ik nog niet zeker wat er met haar zou gebeuren. Nu komt er schot in de zaak.
Twee verpleegtsers in spe die stage liepen in datzelfde ziekenhuis vingen Aïssatou's verhaal op en contacteerden een Zwitsers NGO. Deze organisatie wil haar naar Zwitserland laten overvliegen om de operatie daar laten uitvoeren. Het NGO zal instaan voor alle financiën. Samba bracht inmiddels alle nodige documentatie in orde. Ik vraag me alleen af waar we nu nog op wachten...

Aïssatou met haar zusje

Baye Zale, le policier


Dan is er nog Baye Zale: één van de jongsten op het project en een echte rakker. Ondanks zijn jonge leeftijd, weet hij al zeker wat hij later wilt worden: politieagent. Leuk beroep, maar waarom?
Zoals in vele arme familie's doen frustraties de gezinssituatie uit de hand lopen. Niet enkel de partners zijn slachtoffer van huiselijk geweld. De kinderen houden er natuurlijk ook trauma's aan over.
Baye Zale zag hoe zijn moeder door haar man werd afgeranseld. Nu is hij er vast van overtuigd dat hij het zijn vader later, eenmaal politieagent, ongestraft betaald kan zetten. 




donderdag 28 maart 2013

It's time for Africa!


Sinds kort leren we de kinderen de landen van het Afrikaanse continent aan. Zo proberen we hun wereldbeeld te verbreden. Het is niet eenvoudig want de aandacht verslapt snel maar ze zijn wel gemotiveerd om wat meer te leren over Senegals naburige landen. We maken met hen een korte virtuele reis door de Afrikaanse staten en vertellen hen wat deze kenmerkt: op kamelen rijden in Mauretanië en Mali, maar pas op voor de rebellen; koersen in Burkina Faso en tropisch fruit eten in Guinea; tenslotte elkaar in Gambia begroeten met 'How are you?'.
Nadien kleuren ze de landen die ze aanleerden in tot een kleurrijk Afrika. 


























Zand, zand en nog eens zand


Yoff mag dan wel enerverend zanderig zijn, zand hoeft je niet altijd te irriteren. De woestijn van Lompoul op 170 km van Dakar en lijkt met z’n uitgestrekte duinen op een miniatuur van de Sahara. Het voorbije weekend brachten we er een nachtje door in tenten en liepen we blootvoets over de hete zandkorrels. ’s Avonds vielen we aan op een grote schaal couscous en lamsvlees en dansten we op djembé-muziek. Aan een kampvuur gierden we van het lachen bij het luisteren naar twee Senegalezen en hun verhalen over de Senegalese gazelles of nana’s, waarmee men hier vaak ‘vrouwen’ bedoelt. Ze hadden daarbij ook wel oog voor de meisjes in ons gezelschap. 

Het fotoalbum valt te bekijken via deze link.





woensdag 27 maart 2013

Parc de Hann revisited


De laatste week voor de paasvakantie, die hier nu reeds van start is gegaan, werd het hoog tijd voor een projectuitstapje buiten de grenzen van Yoff. We namen de kinderen mee naar ‘parc de Hann’ en zijn dierentuin. Anders dan de vorige keer wanneer ik het bezocht, liep er nu ook een tijger te ijsberen in zijn kooi. Deze trok natuurlijk de meeste aandacht naast de luie leeuwen. Voor we vertrokken, hadden we bladen afgedrukt met een reeks bestaande en onbestaande dieren. Daarvan moesten ze de opgemerkte beestjes aanduiden. Maar wat deed Dominique (TSX-medewerker) tussen de prenten? Hijzelf had de grap meteen door. 

Nog enkele foto's vind je bij het album projectbeelden.



En we gaan op bedevaart


Als je enkele dagen in Senegal verblijft, heb je sowieso de vele foto’s van invloedrijke marabouts al opgemerkt. Aan halskettingen, op T-shirts, stickers in bussen en taxi’s of in fotokaders in de huiskamer. Vele van deze marabouts waren of zijn de spirituele leiders van het Mouride-broederschap, een tak van de Islam met een eigen Afrikaanse interpretatie. Miljoenen Senegalezen zijn lid van dit broederschap en aanbidden hun geestelijke leiders als goden. Dat steken ze niet onder stoelen en banken. De personencultus die ze hebben opgebouwd rond de marabouts is dan ook opmerkelijk. Er mag in geen geval met hen gespot worden. Ik vraag me af of het blindelings volgens van een persoon als een marabout, ondanks zijn aanzienlijke wijsheid en ervaring, niet gevaarlijk is voor een Afrikaanse democratie als Senegal. Het is alleszins een feit om even bij stil te staan.
Ook heb je hun nachtelijke zangstonden. Daarbij zingt of liever schreeuwt men in koor tot na middernacht islamitische liederen – of zijn het koranverzen, ik kan er alleszins niets van begrijpen.
Iets irritanter zijn de bedelende ‘Baye Falls’. In principe is een ‘Baye Fall’ iemand die de leer volgt van Ibra Fall, een maraboutleerling die de nadruk legde op hard labeur en een sober leven waarbij vijf maal bidden zelfs geen prioriteit had. De bedelende types brengen hun dag door op straat en zamelen geld in voor het broederschap. Hoewel ze je elke keer aanspreken met ‘mon ami!’ zijn ze eerder op je kleingeld uit dan je oprechte vriendschap.
Natuurlijk werkt het fenomeen van Mouridisme niet enkel op m’n zenuwen. Ik hoorde dat dit broederschap een soort sociaal vangnet heeft uitgebouwd. Ook bieden ze transport aan met lagere prijzen, met name de ‘cars Mourides’.
De stad Touba is hun heilige bedevaartsoord en thuisstad van de grote spirituele leider.
De immense moskee die er staat bevestigt nog maar eens de rijkdom en macht van het broederschap én de marabout. Ik ging erheen om de pracht en praal van de moskee te aanschouwen en wat meer te weten te komen over de bijzondere geloofsovertuiging van de Mouriden.

Eerst met de trein naar Thiès, langs de sloppen van Dakar en de brousse van het schiereiland. Daar vroeg ik naar een slaapplaats – hopelijk gratis – in een katholiek seminarie.  Natuurlijk was ik welkom in Gods huis! Ik vertelde maar niet dat ik naar Touba reisde. De volgende dag vond er in het parochiezaaltje een conferentie plaats over de stem van de vrouw in de politiek. Niet toevallig vierde men de dag voordien wereldvrouwendag. Een man die naast me zat zei me cynisch dat de vrouwen enkel gekomen waren vanwege het rijkelijke middagmaal achteraf. Hij zag er het nut kennelijk niet van in. Toch vond ik het een opluchtend initiatief. 
de enigste foto van Cheikh
Amadou Bamba
of gewoonweg
sérigne Touba
Nadien weer op weg naar Touba. Diezelfde avond nog stond ik voor de 87 meter hoge, blauwverlichte minaret van de moskee: Lamp Fall.
Een Baye Fall – geen bedelende, dus de aangename types – gaf me een korte rondleiding; marmer van Italië en Porugal, decoratie van Tunesië en Marokko en zelfs tapijten uit België. Het lijkt wel of de hele wereld heeft bijgedragen aan deze moskee. En vanwaar komt dat geld? Elke Mouride heeft op vraag – of bevel?- van de marabout 1000 FCFA afgestaan, een kleine moeite. Maar 1000 FCFA maal enkele miljoenen…
In Touba moet m’n bovendien niet betalen voor water en elektriciteit en zijn bouwgronden gratis. Een cadeautje van de marabout of investering van het ‘belastingsgeld’ van de Mouride bevolking? Hoe dan ook, het bespaard vele armere gezinnen financiële problemen.
Ik leerde over de historie van de beroemde Amadou Bamba, de stichter van het broederschap, en zijn nakomelingen; over hun levensloop en verrichte mirakels.
Kan iemand hen vragen om op een miraculeuze wijze het leven van de talibé’s te verbeteren?





Lamp Fall, de hemelhoge minaret, het baken van het Mouridisme


Kuieren in Mbour


De grootste en indrukwekkendste vissershaven van Senegal ligt aan de zonovergoten stranden van Mbour. Een middelgrote stad die gemakkelijk te bereiken valt vanuit Dakar. Eigenlijk wel vreemd dat we er nog niet eerder geweest waren dan drie weken geleden. Maar zoveel heeft Mbour in feite niet te bieden; Buiten het zicht op de stoere vissers die na twee tot drie weken met hun alimentaire schatten terugkeren.
Ik kuierde er rond in de straten bezet met marktkraampjes op zoek naar Mauretaanse pijptabak en een Senegalese vlag. Op deze queeste kwam ik enkele fijne figuren tegen. Ik kwam van hen te weten dat vele moslims het hier niet zo nauw nemen met hun alcohol- en drugsverbod, dat racisme tussen Arabieren en zwarten niet te onderschatten valt, dat president Jammeh in Gambia nu ook reeds de criss-cross-broek stijl heeft verboden en dat men met behulp van grigri’s een hartstochtelijke liefde kan opwekken.
Aan de haven (niet vergelijkbaar met onze havens, eigenlijk gewoon een strand met honderden meters lange rijen pirogue’s) had ik een lang gesprek met een ex-visser die me wat vertelde over het leven op zee. Hij vreesde voor het voortbestaan van dit traditionele beroep want de Chinese vissersboten spreiden hun netten wel erg wijd.
Eigen regering en internationale gemeenschap sluiten de ogen voor deze problematiek. Het ziet ernaar uit dat deze fiere kleurige haven over tientallen jaren verandert in een botenkerkhof. 





donderdag 14 maart 2013

tropisch ulcus talibensis


De hygiëne in een Daara staat vaak op een enorm laag pitje. De hutten waarin ze slapen zijn ware augiasstallen en een broedplaats voor kwaadaardige bacteriën. Sommige oudere talibé's nemen een dagelijkse douche in TSX  en ontsnappen zo aan vele infecties. De meeste jongeren echter vallen te prooi aan ernstige huidziektes als schurft. Sinds enkele weken hebben Samba, Philippe, Abi en Lies (twee nieuwkomers) het plan opgevat om komaf te maken met de parasieten in één van de Daara's waar een heleboel talibé's besmet zijn. Dat betekent: elke talibé laten onderzoeken, behandelen en wassen én het koraninternaat volledig uitmesten en desinfecteren, als de marabout met alles toestemt natuurlijk. Een zware klus dus maar het werpt z'n vruchten al af: nu de talibé's merken dat we meer aandacht aan hen besteden, springen ze ook regelmatiger binnen in het project. Zo is er bijvoorbeeld een jongen met tropisch ulcus die wel heeft begrepen dat hij 's morgens best eerst even langs het project passeert. We kunnen hem echter niet doeltreffend verzorgen. Het ziet ernaar uit dat we met hem een bezoekje moeten brengen aan het ziekenhuis, maar sssht, de marabout mag het niet weten...


de bacterie Mycobacterium ulcerans maakt grote oppervlakkige wonden.


Veiligheid en hygiëne in de Daara's zijn sinds kort een 'hot topic'. Vorige week brandde er een hele Daara uit in de wijk Medina. Maar liefts 9 talibé's kwamen om. Dakar is in choc. De marabout noemt het de wil van God, maar de men weet goed genoeg dat de verantwoordelijkheid niet bij Allah ligt. Dit incident heeft de regering eindelijk wakker geschud. Macky Sall besloot de Daara's die de veiligheidsnormen en hygiënische vereisten niet halen, op te doeken en de talibé's terug te sturen naar hun land of dorp van herkomst. Ik hoorde al van één gesloten koraninternaat. Wanneer komt Yoff aan de beurt?


Hup hup Casasport!


Vorige week woensdag werd er even verdeeldheid gezaaid in het project. Die avond namen de voetbalteams van Yoff en Ziguinchor (Casamance) het tegen elkaar op op het zanderige Yoffse voetbalterrein tijdens de selecties voor nationale cup. Dominique, Arthur en Samba, allen afkomstig van het zuiden, kruisden de vingers voor Casasport. Max supporterde voor de thuisploeg. Hij kreeg jammer genoeg geen steun van de andere vrijwilligers. Die hadden hun hoop gevestigd op de gastspelers.  
Tijdens het lesje in de morgen lieten we enkele kinderen een spandoek beschilderen. 'Casasport!' groot en duidelijk in groene letters. Kwestie van hun kennis van het alfabet eens toe te passen ;)
Groen-wit getint, klommen we op de tribune tussen de dansende supporters. 
Wat een ambiance! Je zou haast durven zeggen dat er meer aandacht was voor muziek en dans dan voor de wedstrijd. De Casasport-supporters waren al helemaal door het dolle heen toen de groenen in de laatste drie minuten nog een goal wisten te maken. Eindstand: 2-1. Daar gingen we een pintje op drinken ;)





dinsdag 5 maart 2013

Toujours prêt!


Het project mag in het weekend dan wel gesloten zijn. Op zaterdag 15u (Afrikaanse tijd) zijn in hetzelfde gebouwtje weer een heleboel kinderen welkom. Dit keer zijn het de padvindertjes van ‘les scouts de Yoff’. De meeste kinderen van die groep zijn vaste projectkinderen en kennen elkaar dus vrij goed. Zelfs één van de TSX-medewerkers, Dominique, combineert zijn baantje in het project met het leiderschap binnen de jeugdbeweging.
Het gaat om zowel katholieken als moslims, al dragen ze niet altijd een uniform om die eenheid uit te drukken. Hun hemdjes en broeken worden op het project bewaard en enkel aangetrokken voor grote activiteiten. Een das is wel steeds verplicht. Ik had er gelukkig eentje bij.
Na een ingewikkelde formatie spelen, sporten en zingen de kinderen in en rond het projectgebouw. Het gaat er niet aan toe zoals wij dat in Belgische jeugdbewegingen gewoon zijn: de leiders zijn bijvoorbeeld niet bepaald stipt. Maar het is fijn te zien dat we, ondanks onze twee culturen dag en nacht van elkaar verschillen, toch dit gemeen hebben. In de zomervakantie gaan ze zelfs met z’n allen op kamp, vergezeld door een Vlaamse scoutsgroep. Dan trekken ze naar andere dorpen in mooie regio’s zoals Sokone in de Siné-Saloum, de perfecte locatie om uitdagende activiteiten te doen met hun Belgische collega’s.
Scoutisme kent werkelijk geen grenzen!





Jean-Pierre (vooraan), de chef, kwam nog net op
het laatste moment opdagen ;p
















zaterdag 2 maart 2013

Vrijwilligers en vrije tijd


17u30: de dag op het project zit erop. Even geen kinds kabaal meer en wat meer tijd voor onszelf. Dan profiteren we ervan om ons te amuseren met de toffe mede-vrijwilligers, stagiairs en sympathieke Senegalezen. Ook hebben we steeds het hele weekend waarin we batterijen kunnen opladen. De voorbije maanden hebben we geen kans laten liggen om te proeven van wat Senegal allemaal te bieden heeft. Zo trotseerden we de golven met een surfplank aan het strand van Yoff, fabriceerden we een barbecue, vierden het offerfeest of 'Tabaski' met onze Senegalese gastfamilie's en kregen we de gendarmerie op ons dak wegens té laat rondhangen op het strand. Ook Halloween, feestjes in Koulgraoul, een etentje bij Toulaye (de zus van Clemence), uitstapjes in en rond Dakar en bezoekjes aan kunstgalerijen en musea hebben we al achter de rug.

Het hele album met onze (gefotografeerde) belevenissen buiten de muren TSX vind je hier.



het offerfeest: VOOR
het offerfeest: NA
smakelijk! ;)