woensdag 28 augustus 2013

Wat nieuws?


Het journaal presenteren hoeft niet altijd formeel te zijn. Speciaal voor de Senegalese jeugd, voor de eerste keer in april verschenen op youtube in zowel Frans als Wolof: le journal rappé! 





Geld en macht


Senegals democratie loopt niet gesmeerd maar haar inwoners mogen er toch fier op zijn. Aan één van de voorwaarden voldoet ze zeker: er geldt persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Oude wijzen zitten op straat, op de bus, tijdens de thee te mijmeren of hevig te discussiëren over de politiek. De meesten hebben weinig vertrouwen in de hoge pieten van hun land. En dat heeft zijn reden:
nieuws over de vorige president en zijn familie haalde zelfs na zijn verkiezingsnederlaag nog geregeld de voorpagina. Abdoulaye Wade heeft Senegal economisch en politiek op de kaart gezet, met Dakar als centrum van West-Afrika. Maar na zijn eerste vijf jaar maakte de ex-president misbruik van zijn macht om snel geld te verdienen. Ook zijn zoon wist zich aanzienlijk te verrijken. Karim Wade werd in april 2013 berecht en beschuldigd van fraude. Hij zou heimelijk aan het hoofd staan van zo’n vijftien bedrijven en zo 1,05 miljard euro geïnd hebben. Toen ik Senegalese kennissen over dit schandaal aansprak, bleven ze er vrij koeltjes bij. Dat de politieke top corrupt is weten ze al langer dan vandaag. Maar ze lijken moedeloos te denken dat ze er weinig aan kunnen doen. Sommigen blijven de Wade's verbazend genoeg steunen. Welke verhalen moeten er nog aan het licht komen voor de Senegalese bevolking wakker wordt geschud? 

Karim Wade op de dag van zijn opsluiting
Hoe dan ook, Karims beschuldiging duidt erop dat zelfs (ex-) topfiguren niet onschendbaar zijn: een pluim voor de Senegalese democratie!

vrijdag 16 augustus 2013

Wat de pot schaft


Elke middag aten we samen met de begeleiders van TSX rond één grote schaal, gevuld met een heuvel rijst en twee vissen op de top. De kinderen zaten gewoonlijk braafjes in de gang en speelden er probleemloos hun portie rijst naar binnen. Ik, die in het klasje at met de volwassenen, had daar meer moeite mee. Rijst vult dan ook bijzonder goed de maag en... het is niet m'n plat préféré
Na een maand hield ik het niet meer vol om telkens te lunchen in het project. De eerste weken vond ik het nog heerlijk typisch Afrikaans om gezellig samen uit één schaal te lepelen. Helaas geraakte ik niet gewend de Senegalese keuken.
Elke dag van de week had zijn eigen rijstgerecht, de ene wat smakelijker dan de andere, wat de kans op mijn afwezigheid tijdens het middagmaal enigzins kon beïnvloeden. Ik ben er niet fier op maar steeds tegen je zin eten, hoeft ook niet. Mijn deel van de schaal stond ik met plezier af aan vrienden van begeleiders of mensen die 'toevallig' het project passeren wanneer er te bikken valt.

Als je rond 13u over de vloer komt, word je gegarandeerd uitgenodigd om mee te eten. Je zou haast geen 'nee' durven zeggen. Het hoort bij de Senegalese teranga, hun gastvrijheid, om anderen te inviteren tijdens een maaltijd én, voor die andere, om daarop in te gaan.
Maandag maakt Clémence 'tjebou djén' klaar, hét Senegalese gerecht bij uitstek. Je kan het gewoon vertalen als 'rijst met vis'. Daarmee zou het niet verschillen van andere Senegalese schotels maar het gaat 'm om de toegevoegde groenten. De smaak van de wortelen, aubergines, okra's en witte kool wordt er jammer genoeg uitgekookt in tomatensaus. De zoete aardappel kon me wel bevallen. Clémence stoomt de rijst en kookt hem achteraf in diezelfde tomatensaus.
Het recept lees je hier. De ingrediënten kan je in de Brusselse Matongé wijk zonder twijfel vinden.


Dinsdag is het tijd voor yassa poisson. Het hoofdbestanddeel bestaat uit gestoofde ajuinen, fijn gesneden en op smaak gebracht met chili pepers en bouillon. De vis wordt gefrituurd en nadien gemarineerd in de gekruide ajuinsaus. Men eet yassa dikwijls met gegrilde kip, mijn favoriet in Senegalese restaurants. Zoals je in volgend recept zal lezen, is de bereidingswijze vrij eenvoudig.
De schotel heeft zijn oorspong in het zuiden van Senegal, de Casamance. Misschien is dat de reden waarom Clémence, hiervan afkomstig, hem twee keer per week klaarmaakte. De dag nadien maakte ze de saus, voor de verandering, iets pikanter. Dit gerecht was onder de vrijwilligers de meest smakelijke, al geeft de (wazige) foto die indruk niet meteen:

zoek de vis...
Donderdag serveerde Clémence, as ik me niet vergis, rijst met vis, overgoten met een saus op basis van palmolie. Ik was er niet zot van en gaf de voorkeur aan een kleine hap bij een straatkraam.

Mafé kregen we op vrijdag voorgeschoteld. Nogmaals - je raadt het - rijst en vis maar dit keer met een flinke kwak pindasaus erbovenop. Hoewel mafé me aanvankelijk het meest beviel, haastte ik me na enkele weken 's vrijdags voor een uurtje het project uit, na het opsnuiven van de sterke pindageur. Ook mafé wordt geregeld bereid met vlees of kip. Het receptje lees je hier.


Als ik dan even subtiel het project verliet, hoefde ik geen twee meter te wandelen of het eerste fruitkraam stond al voor me uitgestald. In mei boden de opkomende verse mango's me het beste alternatief. Oh, die mango's...



maandag 12 augustus 2013

Kan het wat zachter aub?


Wanneer je in de zetels van een Senegalese taxi of bus ploft, zijn er twee zaken die je tijdens de rit kunnen ergeren: het gebrek aan bewegingsruimte en de muziek die de autoradio op het hoogste volume afspeelt. Je voelt je er sowieso een sardine in blik. Dat is onvermijdelijk. Voor de chauffeur geldt: hoe meer zielen, des te meer poen. Maar of hij de onaangenaam schrille muziek wat zachter zette, kon ik wel vragen. Het Senegalese muzieklandschap heeft me die tien maanden dus niet bepaald gecharmeerd. Maar dat maakt een taxi- of busrit niet minder memorabel. Op de achterbank van deze gele afdankers konden we ons aan vier soorten muziek verwachten. Naar mijn mening, allen verschrikkelijk enerverend. Maar over smaken en kleuren valt niet te discussiëren, neem ik aan.

Is je chauffeur een liefhebber van Amerikaanse pop, dan worden je oren verwend met de stem van artiesten als Justin Bieber, Rihanna, Lady Gaga, Beyoncé en Shakira. Ik ben al geen fan van Q-music en MNM. Dus de zware voet van de taxibestuurder stoorde me niet. Als ik maar zo snel mogelijk de auto weer uit kon. De kinderen en begeleiders in TSX vinden deze muziek echter wel fantastisch. Het spreekt voor zich dat de muziek- en dansnamiddag op dinsdag niet echt m'n lievelingsactiviteit was.
maar ze kunnen toch zo schattig dansen...


Chauffeurs, fier op hun cultuur en traditie, zetten eerder muziek van eigen bodem op. Het Senegalese pop-genre heet Mbalax, een muzikale mix van jazz, soul, rock, Latin en natuurlijk een uitgebreid aantal percussie instrumenten. 
Mbalax betekent 'ritme' en laat het juist dit zijn waar ik niet aan kan wennen. Dit ritme, begeleid door de djembé, tama en sabar, is vaak van groter belang dan de melodie en is opzwepend en onvoorspelbaar. Erop dansen lijkt me dan ook een ware sport. De zang volgt het ritme van de muziek en komt wel eens over als een vertelling met veel hoogtes en laagtes. 
Youssou Ndour blijft ongetwijfeld de populairste Mbalax muzikant. Nu hij als minister van toerisme en cultuur fungeert, komt Ndour het podium echter niet meer op. Pape Diouf maakt van deze gelegenheid gebruik om naambekendheid te maken. Ik vind er niets aan maar die Mbalax hoort nu eenmaal bij muzikaal Senegal. 

Youssou Ndour was volgens velen beter blijven musiceren

Pape Diouf pronkt met een Rolls Royce 

Dat de zangers of zangeressen iets lijken te vertellen in plaats van te zingen, komt voort uit een aloude orale traditie. Noch het Wolof noch het Sérèr, Diola of het Bambara kennen hun eigen schrift. De geschiedenis van familie, volk en tradities wordt doorgegeven via gezangen die een griot, de zanger-dichter, in zijn bovenkamer heeft opgeslagen. Taximannen die geïnteresseerd zijn in vertellingen over legendarische koningen, stamhoofden, religieuze veroveringstochten of de tradities van hun voorouders, laten op de radio graag griots aan het woord. Vaak zijn deze zingende geschiedenisboeken ook nog eens meesters in het bespelen van de kora of de djembé. 


muzikant met djembé (links) en kora-speler (rechts)

Je hoofd staat op ontploffen als de chauffeur een fanatieke islam belijder blijkt en de volumeknop 360° draait bij het horen van Islamitische gezangen. In het berichtje 'En we gaan op bedevaart' vertelde ik al dat Mouriden geregeld samenkomen om gezamenlijk, al zingend én schreeuwend, een hulde te brengen aan hun marabout. Deze zangstonden worden ook uitgezonden op islamitische radiozenders en buschauffeurs krijgen er niet genoeg van. Zij zetten wel eens enorme speakers op hun dak om de odes aan één of andere mirakel verrichtende marabout te verspreiden. Mijd dus steeds een busrit als je terwijl wat slaap wil inhalen, want dat is quasi onmogelijk. De lofzangen aan de geestelijke leiders zijn uitsluitend vocaal en vals.



Gelukkig had Senegal me op muzikaal vlak wat beters te bieden. Baaba Maal kon me bijvoorbeeld aangenaam verrassen met de variëteit aan instrumenten en genres die hij in z'n muziek verwerkt.
Ik voelde me vooral aangesproken door Orchestra Baobab met hun mengelmoes van Latijns-Amerikaanse salsa, Afrikaanse percussie en songteksten in het Frans, Spaans en Wolof. Heerlijk gewoon!




maandag 24 juni 2013

Senegal in 10 weetjes:


Ik publiceerde al eerder een bericht waarin in 10 voorwerpen beschreef die Senegal typeren. Dit keer som ik 10 interessante weetjes op die je vroeg of laat zullen opvallen en al dan niet verwonderen wanneer je even in Senegal verblijft.

Wist je dat...


...Senegalezen ruim de tijd nemen om elkaar te begroeten. Hier vraagt men steeds hoe het met je gaat op vijf verschillende manieren.

...tanden in Senegal voornamelijk worden gepoetst door erover te schuren met een houten stokje waar men eerst op kauwt tot de vezels een borsteltje vormen.


...Senegalese mannen hand in hand op straat lopen als teken van vriendschap. 

...het in Senegal wettig is dat een echtgenoot maar liefst vier vrouwen heeft. Zo schrijft de Koran het voor. Er wordt echter niet van geprofiteerd. Een huwelijk in Senegal is voor de man een serieuze investering aangezien de meeste vrouwen niet voor inkomsten zorgen. In Dakar verandert de tendens en neemt men stilaan genoegen met één vrouw. 

...melk hier oorspronkelijk niet vloeibaar is maar opgelost poeder. Melkpoeder biedt als voordeel dat je geen koelkast nodig hebt om het te conserveren. Het duurt echter lang om het voldoende opgelost te krijgen.


...je in boetiekjes herlaadkaarten voor je gsm kan kopen die 1000 Fcfa kosten. Dat is ongeveer gelijk aan €1,5. Je krediet verloopt na tien dagen.


...Senegalezen werkelijk hun achterste afkuisen met hun linkerhand. Je reikt dus nooit iets aan met dat hand noch begroet je er iemand mee. Enkel wanneer men elkaar 'vaarwel' wenst, drukt men gebruikelijk wel de linkerhand. 

...ze haast voor elk product dat je koopt in de supermarkt of boetiek een zwart plastic zakje voorzien. Nadien worden deze achteloos op de straat gegooid, zoals alle andere vuilnis. In vele West-Afrikaanse landen is de productie van zulke plastieken zakjes al verboden.

...Bollywoodseries enorm populair zijn. Vrouwen stellen hun keukenactiviteiten uit om hun favoriet Indisch feuilleton te kunnen volgen. De mannen zijn daar niet zo tevreden mee maar kunnen het ook niet laten om zich voor de buis te zetten.

...Senegalezen bijna niets anders eten dan rijst en vis. Een gerecht verschilt van saus of soort rijst.
Ook al komt de 'tjep' (Wolof voor rijst) uit Thailand en de vaak toegevoegde ajuinen uit Nederland, toch zijn ze zeer fier op hun traditionele plats "Sénégalais". 


Natuurlijk zijn er nog veel meer feiten die Senegal uniek maken. Misschien kom je daar ooit zelf achter...


dinsdag 18 juni 2013


Homoseksualiteit in West-Afrika



Naar aanleiding van de net goedgekeurde wet in Frankrijk, is het de voorbije weken ook in Senegal hot topic geweest: het homohuwelijk. Een liefdesrelatie tussen mensen met hetzelfde geslacht mag dan wel niet maatschappelijk geaccepteerd zijn, in West-Afrika is het gespreksonderwerp geen taboe. Meerdere Senegalezen en Mauritanen spraken me er spontaan over aan en vroegen er mijn mening over. 

Afrikanen stellen dat homoseksualiteit niets te maken heeft met mensen rechten,
ze vinden het pervers.
In Senegal is een homoseksuele relatie, net zoals in vele andere West-Afrikaanse landen, strafbaar. In Mauritanië staat er zelfs de doodstraf op, al is zulk vonnis nog nooit uitgesproken. Maar hoe de overheid erop reageert, loopt echter niet gelijk met wat de doorsnee Senegalees erover denkt. De meningen zijn vrij verdeeld, al gaat geen van hen ermee akkoord dat er iets als een homohuwelijk word goedgekeurd. Allen zijn ze ervan overtuigd dat het niet strookt met hun religie, zowel Islam als Katholicisme. Men zegt dat God de mens naar man of vrouw geeft geschapen met de bedoeling zich voort te planten. Een vruchteloze relatie aangaan met iemand van hetzelfde geslacht is dus iets tegen Zijn wil.
Hoe kunnen twee mannen nu…” reageerde er eentje met de nodige gebaren. Een huwelijk tussen man en vrouw wordt hier ook voltrokken met een nageslacht als doel. Liefde komt pas op de tweede plaats – al verandert die gewoonte duidelijk in Dakar. Hoe dan ook, een familie is hier in Afrika iets heiligs.
Ook beschouwen ze homoseksualiteit als pervers en geloven dat God hen zal straffen als ze dit openlijk toelaten. De voornaamste tegenargumenten zijn dus gebaseerd op religie. Ook al gaat het over een staatshuwelijk en mogen in een lekenstaat als Senegal religie en staatszaken niet overlappen.
Bovendien wordt gedacht dat holebi's in aantal toenemen en één homo een heleboel jongeren kan overhalen zijn voorbeeld te volgen. Ze menen dat het mogelijk is dat, eenmaal holibi’s aanvaard in de samenleving, binnen de kortste tijd iedereen overschakelt op homofilie. En zo zijn de heteroseksuelen en daarmee het voortbestaan van de mens in gevaar. Het gaat dus om overleven, kan ik eruit opmaken; een nogal Darwinistische opvatting.
Gelukkig bekeek eentje het van een andere kant: “Ik ben tegen homoseksualiteit want dat draagt niet bij aan de reproductie van het menselijk geslacht maar het is niet aan mij om daarover te oordelen. God draagt ons zelf op om enkel te oordelen als het over onze eigen persoonlijke zaken gaat. Ik heb zelf teveel om aan te werken om ook nog eens rechter voor anderen te gaan spelen.
Geen van hen met wie ik sprak, zag geweld tegen holibi’s als oplossing. De meesten konden er wel mee omgaan als het maar achter gesloten deuren gebeurt. De vraag hoe ze zouden reageren als iemand uit hun familie zich out, beantwoorden ze met: “Dat zal nooit gebeuren, wij worden goed opgevoed.”
Homoseksualiteit wordt dus nog steeds niet helemaal begrepen en beschouwd als een soort slecht, ongehoord gedrag wat men kan afleren. Het is alleszins positief dat het onderwerp niet naar de taboesfeer verschuift. Zo wordt er tijdens het voeren van het debat met verschillende partijen, nog veel geluisterd, bijgeleerd. Maar voorstanders mogen niet vergeten de standpunten van contra's ook te begrijpen.

Hier zijn de meeste Senegalezen het mee eens
Dit zal dus nog niet mogelijk zijn in Senegal

Er was eens...


Misschien herinneren sommige van mijn generatie zich het oude televisieprogramma Er was eens… op KETNET nog: de educatieve tekenfilmserie voor kinderen over het menselijk lichaam, geschiedenis, de ruimte enz. Onlangs stootte ik tijdens het surfen op het net op een recent uitgezonden aflevering van dezelfde makers met dezelfde personages. Ik ben niet bepaald gecharmeerd door het modern jasje waarin de serie gestoken is maar het onderwerp kon me wel boeien. Ik zet het fragment op m’n blog omdat onze tekenfilmhelden in deze aflevering in kader van het thema ‘onze Aarde’ West-Afrika bezoeken. En ze landden, toevallig of niet, in de Casamance, in het zuiden van Senegal. Ze halen de problematiek aan ivm. malaria, de precaire landbouwomstandigheden en het tekort aan geschikte ziekenhuizen in de regio. Niet slecht om kinderen hiervan op ludieke wijze bewust te maken.
Wat nostalgie en realiteit in één dus. 




Alcohol verboden?


Alcohol is voor elke moslim verboden. Maar daarom hoeven we nog niet te denken dat  elke moslim aan die verleiding weerstaat. Een katholiek zei me eens: “Natuurlijk drinken moslims alcohol! Meer zelfs dan de christenen.
De regels die in de Koran staan voorgeschreven, worden dus niet altijd even nauw genomen. Achter de muren gebeurt er heel wat meer dan we weten. En het er wordt niet alleen achter de schermen gedronken: ik heb regelmatig moslims ontmoet die zonder gêne een Flag of Gazelle bestelden. ‘Musulman de gauche’ noemen ze zichzelf soms met een brede glimlach. Opportunisme, hypocrisie of gewoon puur menselijk gedrag. Ach, mij stoort het niet. Integendeel, ik ben steeds verrast te merken dat cliché’s altijd weer doorprikt worden en er geregeld buiten de lijntjes wordt gekleurd.

Dit zijn de twee voornaamste keuzes die een katholiek of een moslim heeft, als hij of zij een bar, restaurant, fuif of supermarkt binnenstapt:

Gazelle                                                        Flag                                                                                  

een licht bier met 4,2°, goed voor warme
temperaturen en feestjes
Flag is een volwaardige pils vergelijkbaar met Jupiler


Intouchables


Om één van mijn inspiratieloze vrije tijdsmomenten te besteden, bracht m’n oudere broer me een Franstalige film mee. De feel-good film Intouchables kreeg lovende kritiek en viel tweemaal in de prijzen. Bovendien sprak hij me aan omdat de film deels draait rond Driss, een Senegalese immigrant die inwoont bij zijn tante in Parijs. In het verhaal komt hij, na lang dolen, goed terecht als verzorger van een van een geheel verlamde miljonair met wie hij een hechte band opbouwt.

De acteur die de rol van Driss vertolkt, heet Omar Sy, 
zoon van een Senegalees en een Mauritaanse

In Senegal lijkt het of iedereen zulk lot achterna wil gaan. Europa blijft voor hen de enige oplossing op hun voortdurende werkeloosheid. Ze zijn zelfs bereid met honderden aan boord te gaan van waggelende pirogue’s om in Spanje te stranden. In september 2012 verdronken 300 Senegalezen tijdens de gevaarlijke overtocht naar het Europese continent. En als ze het dan toch halen, wat staat hen dan te wachten? Of ze evenveel geluk zullen ondervinden als Driss in Intouchables valt te betwijfelen. En zelfs voor hem liep in het plot niet alles van een leien dakje.
De film is alleszins een aanrader. Hij werd gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. De verzorger was in realiteit echter geen Senegalees maar had Algerijnse origine. 

maandag 17 juni 2013

Saint-Louis Jazz


Zijn jazzy naam heeft Saint-Louis wel mee. 'Saint-Louis Jazz' is een jaarlijks georganiseerd festival met geloofde jazzmuzikanten van over de hele wereld. De editie van 2013 zou doorgaan in mei. De exacte data werden pas eind april bekend gemaakt, samen met de line-up. 
Samen met twee vrienden, stagiairs in de Via-Via, vertrok ik daarom voor de derde maal naar de oude stad. Het festival zou vijf dagen duren. Toch was mijn rugzak gepakt voor enkele weken. Ik zou immers nadien de nabijgelegen grens met Mauritanië oversteken.
Maar vooraleer ik aan die reis zou beginnen: muziek en amusement! We boekten een kamer in de jeugdherberg l'Atlantide om van daaruit, kuierend door de straatjes, op zoek te gaan naar de oorsprong van enkele swingende jazzdeuntjes. De eerste avond kwamen we zo terecht in de bar van een tennisclub. De band was er intussen overgeschakeld op Afro-Cubaanse salsa maar de oude zwarte saxofonist was er niet minder enthousiast op. Tijdens het festival organiseerden dus ook cafeetjes, bars en restaurant hun eigen optredens die zeker de moeite waren. De grote concerten op gingen pas laat in de avond van start dus namen we overdag de tijd om de toerist uit te hangen. We verkenden de stad en zijn leuke bars, sloegen wat wijnflessen achterover op de kade aan de Senegal-rivier, genoten van het zonnetje op het strand van l'hydrobase en namen de fiets naar het natuurpark op de landtong la Langue de Barbarie. Op die laatste locatie hadden we de bescheiden eer om in een leeg kampement de laatste Flags (bier) te bestellen. Vanwege het weg eroderen van deze landtong door de Senegal-rivier moeten alle kampementen op la Langue de Barbarie immers opgedoekt worden. 


's Avonds wisselden we af tussen de concerten op het hoofdpodium en de optredens in bars. Steeds hadden we te maken met een mix van Jazz en Afrikaanse traditionele muziek, wat door de ene meer dan de andere werd geapprecieerd. Het was hoe dan ook de moeite. Ik stoorde me er echter aan dat men voor het hoofdpodium stoelen had opgesteld, wat de toeschouwers enkel passiever maakte. Gelukkig wist de Congolese pianist Ray Lema op zaterdagavond de menigte zo ver te krijgen om eindelijk eens rechtop te staan en mee te zingen. De laatste dag kregen we zonder twijfel de kers op de taart met een optreden van de Tunesische muzikant Dhafer Youssef die met z'n oed en verbluffende stem het publiek versteld deed staan. Ik ben al een fan. Zijn muziek vormde met zijn traditionele Arabische invloeden de perfecte inleiding op mijn reis naar Mauritanië. 

Deze compositie speelde hij ook tijdens zijn optreden op Saint-Louis Jazz:
les ondes orientales


Klik hier om het fotoalbum van deze vijf dagen te bekijken.


donderdag 13 juni 2013

Op de thee bij de Moren


Het wordt haast een gewoonte maar de voorbije drie weken, bovendien de, op twee na, laatste van mijn verblijf in Afrika, heb ik opnieuw mijn dagen gesleten buiten de grenzen van Senegal. Mijn curiositeit naar de Arabische wereld bracht me naar de Islamitische Republiek Mauritanië. Ik zou de reis alleen maken, met een beperkt budget en bij gebrek aan voorbereiding, rekenend op het toeval. Ik had immers maar enkele dagen voor mijn vertrek pas echt beslist mijn rugzak weer te pakken. Reizen in Mauritanië wordt immers, zoals alle buurlanden van Senegal, afgeraden; laat staan alleen reizen. Maar de ervaring in Mali zei me dat men die raad (van het ministerie van buitenlandse zaken) wel met een korrel zout mag nemen, al is de nodige voorzichtigheid niet na te laten. Uiteindelijk werd het mijn beste reiservaring tot nu toe en verbaas ik me er nog steeds over zoveel geluk te hebben gehad. Aan een verslag wordt gewerkt. De foto's staan nu reeds online. Je kan ze bekijken via deze link.


Waar je ook terecht komt,  een vriendelijke uitnodiging om
mee met de locals thee te drinken hoef je niet af te staan.




maandag 13 mei 2013

My Book Buddy


Vorige week kreeg TSX bezoek van een enthousiast Nederlands trio met een missie. In de naam van de Nederlandse organisatie My Book Buddy, wilden ze met de hulp van VZW Afractie en TSX een kinderbibliotheek opzetten in de openbare school van Yoff. Het initiatief van My Book Buddy gaat erom kinderen in ontwikkelingslanden te stimuleren tot lezen door er schoolbibs te installeren. Dit met het oog op de milleniumdoelen die eind 2015 bereikt zouden moeten worden. Hiervoor vragen ze scholen, bedrijven, particulieren etc. hen te sponsoren. Mensen die hun steentje willen bijdragen en dit project willen introduceren in een nieuw land, vragen dit aan bij My Book Buddy. Als het land aan de eisen voldoet, krijgen deze ‘tussenpersonen’ een budget toevertrouwd, afkomstig van het sponsorgeld, waarmee ze boeken en bijhorende boekenkasten en rugzakjes kunnen kopen in het betreffende Derde Wereldland.
Zo gingen ook Jarka, Willy en Wim te werk. Senegal zou het eerste Franstalige Afrikaanse land worden waar zulke kinderbibliotheek word opgestart. Met hun bedrag van My Book Buddy kochten we samen boeken in diverse boekenwinkels in Dakar en lieten we kasten maken bij een plaatselijke schrijnwerker. Het logo van MBB werd op de rugzakjes gedrukt en klaar is kees. Vorige week woensdag konden we al het aangekocht materiaal naar de school verhuizen waar zomaar 500 leerlingen nieuwsgierig stonden te kijken. Ze kregen in het Frans en het Wolof uitgelegd hoe het uitleensysteem van de boeken zou draaien. Achteraf deelden we bananen uit. Ons project kreeg ook een kast met ontspannende en educatieve boekjes. Een voorleesmoment in het flexibele dagprogramma van TSX lijkt me wel een leuk idee. Il était une fois…

Voor de deur van de geweldige boekenwinkel 'aux 4 Vents'.
Enkel de aankoopprijzen vielen tegen. 
Achter ons: de boekenkasten

zaterdag 11 mei 2013

Eens iets anders


Op 10 mei maakten Clémence en Arthur na de dag van wapenstilstand de brug. Ze vertrokken voor vier dagen naar Mbour. Een afwezige Clémence betekent geen middagmaal en geen eten betekende geen project op vrijdag. ‘Niets daarvan!’ dachten we, ‘we zorgen zelf wel voor eten.’ Zo geschiedde en die dag stonden we de hele voor- en namiddag achter het aanrecht. We hielden het wel eenvoudig en besloten smoskes te maken. Hesp en kaas kwam ons té duur uit dus we bakten goed gekruid gehakt met ajuintjes. Daarbovenop natuurlijk een stapel groentjes. Simpel, maar we hadden onze handen wel vol. Ondertussen bleef het project open voor de talibé’s die zich lieten verzorgen en wilden douchen – al was er geen water. De andere kinderen zaten braaf voor de buis: vrijdag is film-dag.


De meningen waren verdeeld, al waren de meesten enthousiast. Sommigen bekeken de groenten op hun broodje wat raar. De komkommers en tomaten werden er vaak van tussenuit gehaald. Zelfs enkele hongerige talibé’s haalden hun neus op voor de schijfjes tomaat. Ze hebben er in ieder geval eens kennis mee gemaakt. De volgende keer weer rijst met vis dan maar.
Eén ding heb ik geleerd: als je je kind iets wil leren eten met het argument ‘de kindjes in Afrika zouden vechten om dit te kunnen eten’, heb je het mis, tenzij je je zoontje of dochtertje rijst met vis voorschotelt. 


De Afrikaanse Renaissance


Omdat het op 9 mei 68 jaar geleden was dat WO II z’n einde kende, – en daarbij trouwens ook vele Senegalese infanteristen terug naar huis mochten keren – genoten we ook hier in Senegal van een vrije dag. Maurice en ik namen het busje naar het gigantische monument van de Afrikaanse wedergeboorte. 

Het betreft een bronzen beeld van een Afrikaanse man, vrouw en kind die uitkijken naar het Westen. Het is geconstrueerd door een Noord-Koreanen wiens grote leider Kim Jong Il het eindresultaat in april 2010 mee kwam bewonderen. Het komt me nogal kitscherig en cliché over: de vrouw is merkbaar kleiner en hangt aan haar sterk gespierde man, het kind zit op zijn biceps. Met een hoogte van meer dan 50 meter overtreft  het de Braziliaanse Jezus de Verlosser en het New Yorkse Vrijheidsbeeld. In het monument zijn tentoonstellingsruimtes en ontvangstkamers voorzien. In het hoofd van de man heb je een panorama over Dakar. Ik stapte met Maurice de lift in naar deze hoogste etage en we keken uit over alle wijken van de stad. Hij gaf toe last te hebben van hoogtevrees in het bronzen hoofd van de potige Afrikaan. Achteraf hielden we een picknick aan de voet van het monument.
Ik stel me nog steeds vragen bij het prijskaartje van dit enorme standbeeld. Is prestige echt zo belangrijk of had ex-president Abdoulaye Wade die 9 750 000 000 francs CFA (ongeveer 15 miljoen euro) niet op een andere manier kunnen besteden?

Jammer dat het die dag zo mistig was. Of was het fijn stof
dat boven de appartementen van Dakar hangt? Het zou me
niet verbazen.
Maurice amuseert zich met de fotocamera. Ik zit nog te eten.

Dak’art!


Mensen met een passie voor beeldende kunst, kunnen in Dakar wel een dagje vullen. De hoofdstad telt enkele leuke kunstgalerijtjes en tentoonstellingen. Institut français organiseert bijvoorbeeld elke maand exposities rond Afrikaanse én Europese schilderkunst, fotografie, ...
Niet ver van Yoff ligt het Village des Arts, een site met studio’s waar elke beroepskunstenaar zijn creativiteit de vrije loop laat gaan. Er staat ook een tentoonstellingsruimte ingericht met een best-of van elke kunstenaar die er werkt.
In februari gingen Lucile en ik erheen. We waren erg onder de indruk van het Senegalese talent. Als er iemand weet om te gaan met een breed kleurenpalet, dan zijn zij het wel.
De prijskaartjes bij de oeuvres bewezen dat de artiesten hun job wel serieus namen. Ik vroeg me af wie zulke bedragen kon betalen.
Enkele weken geleden bracht Philippe met de oudste kinderen een bezoek aan het kunstenaarsdorp. Ze waren laaiend enthousiast en kozen elk hun favoriete kunstwerk uit. Hopelijk kunnen we hen op die manier wat inspireren.



ik was dol op dit krukje 






vrijdag 10 mei 2013

Wat men thuis niet vindt...


Er zijn toeristen die Senegal aandoen omwille van de mooie natuur en de nationale parken. Er zijn er die komen voor de cultuur en Afrikaanse tradities. Er zijn er die ernaar afreizen om de zon op te zoeken en de heerlijke stranden. Er zijn er die gaan voor puur avontuur en met de rugzak het land willen doortrekken. Allemaal voor de hand liggende redenen om in je vakantie voor Senegal te kiezen. Maar als je je op een weekendavond aan het Senegalese uitgaansleven waagt, valt nog een heel andere reden je op: blanke mannen van middelbare leeftijd en ouder die zich wel heel intiem gedragen met jonge Afrikaanse meisjes. Blijkbaar vallen vele gepensioneerde Europeanen voor de Senegalese schoonheid. Sekstoerisme is voor vele Senegalese en West-Afrikaanse meisjes een eenvoudige manier om aan de kost te komen. Een dinertje en achteraf een stapje op de dansvloer in populaire clubs in dé uitgaansbuurten van Dakar, Ngor en Les Almadies, met cocktails op kosten van de klanten. Nadien volgt er voor de toerist ‘the real Senegalese experience’.
Maar denk niet dat enkel mannen hun lusten komen botvieren in Senegal en/of Gambia. Oudere blanke vrouwen die hand in hand lopen met een Afrikaanse ‘boy’ zijn me al niet meer ongewoon. De hele vakantie worden ze door hen vergezeld als ‘guide with benefits’. Nu ja, ieder zijn goesting zeker. Ik vind het alleszins walgelijk. Niet moeilijk dat Afrikanen een slecht beeld krijgen van Europese reizigers. Ze spraken me al vaak verwijtend aan dat ik naar Senegal gekomen ben omwille van het vrouwelijk schoon. Geef mij maar één van die eerstgenoemde redenen.


deze dame gaat in Senegal "op stap" met een zwarte die de naam 'sneeuw' draagt.
De volledige grap uit de stripreeks van 'Rooie Oortjes' lees je via deze link.

In de Daara


Ik heb het al geregeld gehad over een Daara. Even opfrissen: dat is een soort internaat waar kinderen tussen de 5 en 18 jaar (ruw geschat) wonen om er de Koran, het heilige boek van de Islam, te bestuderen en uit het hoofd leren. Zulke kinderen noemen we ‘talibé’s’, wat in het Arabisch simpelweg ‘leerling’ betekent. Hun leraar wordt in de volkstaal een marabout genoemd, niet te verwarren met de grote marabouts, dwz. de geestelijke leiders of cheikhs, waar ik in het bericht ‘En we gaan op bedevaart’ over sprak.
De talibé’s in Dakar en andere Senegalese steden komen van allerlei (buur)landen. Ik heb zelfs de indruk dat de meeste Koranleerlingen niet eens in Senegal geboren zijn. Als je merkt dat ze geen Wolof spreken, is de kans groot dat ze tot de Peul-bevolkingsgroep behoren. Dat wil dikwijls zeggen dat ze helemaal vanuit Guinea of Guinea-Bissau komen. Sommigen hebben dan weer roots in Mali.
Tijdens onze reis in Mali las ik in ‘la Musée National de Bamako’ dat bedelarij in Koranscholen al een eeuwenlange traditie is, in de overtuiging dat het harde leven op straat je wat belangrijke levenslessen bijbrengt over nederigheid, soberheid e.d.
De dag van vandaag wordt dit gegeven erg uitgebuit door enkele marabouts en brengen talibé’s haast de hele dag op straat door. Het grootste deel opbrengst gaat naar hun leraar. Er wordt amper geïnvesteerd in veiligheid, gezondheid, hygiëne en comfort in de Daara's. Zo slapen ze met dertig in kleine barakken (eerder stallen). Het komt voor dat marabouts in dezelfde omstandigheden leven als hun leerlingen. Ik vraag me dan enkel af waar het bedelgeld naartoe gaat als niemand, noch marabout noch talibé, er voordeel uit blijkt te halen. Het bedrag dat een talibé dagelijks ‘verdient’ valt niet te onderschatten.
Nu heb ik jullie tot nu toe nooit een visueel beeld kunnen geven van zo’n veelbesproken Daara. De laatste keer dat we er ééntje bezochten om de leerlingen te verzorgen, namen we ons fotoapparaat mee en trokken we stiekem wat foto's:


De zwermen vliegen in dit kamertje kregen we
niet in beeld. Het is er erg warm en vele planken
van de wand hangen los.

Abbi, een Amerikaanse vrijwilligster,
gaat wekelijks op bezoek in de Daara

Die dag kwamen er slechts weinig talibé's. Ik zat even zonder werk...

maandag 6 mei 2013

Dimanche à Bamako


Ondertussen ben ik al een weekje terug van de reis naar Mali. Welke ervaringen we hebben opgedaan in Bamako en de rest van het zuiden kan je lezen in m'n reisverslag 'Dimanche à Bamako' (bovenaan) waar ik nog steeds aan bezig ben. 
De foto's kan je in ieder geval al bekijken in het album Gekke bekken in Mali ;)


Amadou en Mariam is een wereldberoemd Malinees muziek duo.
Opmerkelijk is dat ze beiden blind zijn. 


maandag 15 april 2013

Van het ene avontuur in het andere


Verleden week kneep ik er even tussenuit en trok met m'n oudere broer naar zuidelijke Guinea-Bissau. Het is slechts een kleine staat maar heeft al heel wat achter de rug. Guinea-Bissau zal me altijd bijblijven als een land waar alles steeds in verandering is. Waarom, leg ik later uit.
Morgen maak ik de reis naar een ander West-Afrikaans land waar omwentelingen ook volop aan de gang zijn. Enkele weken geleden vroegen we ons visum aan in de ambassade van Mali. Nadien kochten we meteen een busticket rechtstreeks naar de hoofdstad Bamako. Ondanks de oorlog die het noorden van het land onveilig maakt, gaat het leven in het zuiden en de hoofdstad zijn gewone gangetje. We hopen van dat leven wat mee te kunnen proeven en onze verhalen achteraf te delen. De beelden van de trip in Guinea-Bissau en zijn prachtige eilanden staan alvast online.







zaterdag 30 maart 2013

Kleine kinderen met een aangrijpende achtergrond


Het project telt ongeveer 40 straatkinderen. Allen kunnen ze zowel je hart doen smelten als het bloed vanonder je nagels halen. Na zeven maanden heb je toch al een hechte band met hen opgebouwd maar van hun achtergrond weten we haast niets af. Wanneer verhalen over hun verleden ons ter ore komen, staan we vaak versteld.

Kleine Clémence, aka Diacoundous


Clémence was sinds de vorige zomervakantie een nieuwkomertje in TSX. Niet enkel het project was voor haar een nieuwe beleving. Ze was, net als wij, maar net in de grote chaotische stad Dakar gestrand en we merkten dat ze zich, na enkele maanden, nog steeds niet thuis voelde. Omdat ze de omgangstaal, het Wolof, niet sprak, had ze moeite om vriendjes te maken en liep ze een achterstand op in de klas. 
Clémence's roots liggen in Youtou, een afgelegen dorpje in de Casamance. Ze groeide er op in de lemen hutten tussen de natuur. Een paradijs voor velen maar de levensomstandigheden zijn er niet altijd even aangenaam: geen water, geen elektriciteit, niet voldoende werk. 
Het leven is er vrij eenvoudig, iedereen draagt z'n steentje bij aan de kleine gemeenschap in ruil voor bv. plaatselijk geoogste rijst. Ook onderhouden gezinnen zichzelf met behulp van eigen plantages en kleinvee. Maar wat als de natuur eens onverbiddelijk toeslaat? Een oogst die mislukt of een epidemie die de varkens doodt. 
In de overtuiging dat Clémence of Diacoundous, zoals ze werkelijk heet, het beter zou hebben in Dakar, stuurden haar ouders haar mee met Toulaye. Zij is de zus van projectkokkin Clémence, ook afkomstig van Youtou. Omdat Toulaye, eenmaal terug in de hoofdstad, voor haar eenjarig dochtertje moet zorgen en haar gezin het zelf niet zo breed heeft, gaat er slechts weinig aandacht naar Diacoundous. Ze droeg haar dus over aan haar zus, Clémence. Maar ook zij heeft de middelen niet om Diacoundous onder haar hoede te nemen.
Nu wisselt de kleine Clémence, die de naam van haar nieuwe 'mama' overnam, af van onderkomen tussen het project en Toulaye's appartementje. Ze heeft bovendien niemand die voor haar een echte moeder- of vaderrol kan vervullen en wordt wat verwaarloosd.
Is ze in Dakar echt beter af dan in haar dorpje Youtou?


Vivianne, een Liberiaans oorlogskind


Vivianne is een nieuweling sinds oktober 2012. Net als kleine Clémence leeft ze nog niet zo lang in Dakar. Senegal is bovendien niet haar thuisland. Dat land ligt 2000 km verder weg.
Vivianne is afkomstig van Liberia, een staat met een opmerkelijke geschiedenis omdat het nooit gekoloniseerd werd. Vanaf de jaren 80' werd het land geteisterd door staatsgrepen en burgeroorlogen.
Gestoorde tyrans als Charles Taylor, die nu z'n dagen slijt in een cel in Den Haag, hebben in Liberia een enorme schade aangericht. Oorlogen onder zijn bewind kostten vele mensen het leven en inwoners verlieten massaal het land.
Vivianne's vader kwam om in zulk conflict. Sindsdien is haar moeder op de vlucht, op zoek naar een stabiele plek waar haar dochter kan opgroeien. Ik geloof dat ze ook een tijdje in Gambia verbleven. Ondertussen wonen ze bij een tante in Dakar waar ze Engels spreken. Wanneer ik Vivianne vraag: 'how are you?', antwoordt ze steevast 'I'm fine!'


Aïssatou, onder het Zwitsers mes


Over Aïssatou schreef ik al twee berichtjes over haar steeds uitgestelde hartoperatie. Toen wist ik nog niet zeker wat er met haar zou gebeuren. Nu komt er schot in de zaak.
Twee verpleegtsers in spe die stage liepen in datzelfde ziekenhuis vingen Aïssatou's verhaal op en contacteerden een Zwitsers NGO. Deze organisatie wil haar naar Zwitserland laten overvliegen om de operatie daar laten uitvoeren. Het NGO zal instaan voor alle financiën. Samba bracht inmiddels alle nodige documentatie in orde. Ik vraag me alleen af waar we nu nog op wachten...

Aïssatou met haar zusje

Baye Zale, le policier


Dan is er nog Baye Zale: één van de jongsten op het project en een echte rakker. Ondanks zijn jonge leeftijd, weet hij al zeker wat hij later wilt worden: politieagent. Leuk beroep, maar waarom?
Zoals in vele arme familie's doen frustraties de gezinssituatie uit de hand lopen. Niet enkel de partners zijn slachtoffer van huiselijk geweld. De kinderen houden er natuurlijk ook trauma's aan over.
Baye Zale zag hoe zijn moeder door haar man werd afgeranseld. Nu is hij er vast van overtuigd dat hij het zijn vader later, eenmaal politieagent, ongestraft betaald kan zetten. 




donderdag 28 maart 2013

It's time for Africa!


Sinds kort leren we de kinderen de landen van het Afrikaanse continent aan. Zo proberen we hun wereldbeeld te verbreden. Het is niet eenvoudig want de aandacht verslapt snel maar ze zijn wel gemotiveerd om wat meer te leren over Senegals naburige landen. We maken met hen een korte virtuele reis door de Afrikaanse staten en vertellen hen wat deze kenmerkt: op kamelen rijden in Mauretanië en Mali, maar pas op voor de rebellen; koersen in Burkina Faso en tropisch fruit eten in Guinea; tenslotte elkaar in Gambia begroeten met 'How are you?'.
Nadien kleuren ze de landen die ze aanleerden in tot een kleurrijk Afrika. 


























Zand, zand en nog eens zand


Yoff mag dan wel enerverend zanderig zijn, zand hoeft je niet altijd te irriteren. De woestijn van Lompoul op 170 km van Dakar en lijkt met z’n uitgestrekte duinen op een miniatuur van de Sahara. Het voorbije weekend brachten we er een nachtje door in tenten en liepen we blootvoets over de hete zandkorrels. ’s Avonds vielen we aan op een grote schaal couscous en lamsvlees en dansten we op djembé-muziek. Aan een kampvuur gierden we van het lachen bij het luisteren naar twee Senegalezen en hun verhalen over de Senegalese gazelles of nana’s, waarmee men hier vaak ‘vrouwen’ bedoelt. Ze hadden daarbij ook wel oog voor de meisjes in ons gezelschap. 

Het fotoalbum valt te bekijken via deze link.





woensdag 27 maart 2013

Parc de Hann revisited


De laatste week voor de paasvakantie, die hier nu reeds van start is gegaan, werd het hoog tijd voor een projectuitstapje buiten de grenzen van Yoff. We namen de kinderen mee naar ‘parc de Hann’ en zijn dierentuin. Anders dan de vorige keer wanneer ik het bezocht, liep er nu ook een tijger te ijsberen in zijn kooi. Deze trok natuurlijk de meeste aandacht naast de luie leeuwen. Voor we vertrokken, hadden we bladen afgedrukt met een reeks bestaande en onbestaande dieren. Daarvan moesten ze de opgemerkte beestjes aanduiden. Maar wat deed Dominique (TSX-medewerker) tussen de prenten? Hijzelf had de grap meteen door. 

Nog enkele foto's vind je bij het album projectbeelden.



En we gaan op bedevaart


Als je enkele dagen in Senegal verblijft, heb je sowieso de vele foto’s van invloedrijke marabouts al opgemerkt. Aan halskettingen, op T-shirts, stickers in bussen en taxi’s of in fotokaders in de huiskamer. Vele van deze marabouts waren of zijn de spirituele leiders van het Mouride-broederschap, een tak van de Islam met een eigen Afrikaanse interpretatie. Miljoenen Senegalezen zijn lid van dit broederschap en aanbidden hun geestelijke leiders als goden. Dat steken ze niet onder stoelen en banken. De personencultus die ze hebben opgebouwd rond de marabouts is dan ook opmerkelijk. Er mag in geen geval met hen gespot worden. Ik vraag me af of het blindelings volgens van een persoon als een marabout, ondanks zijn aanzienlijke wijsheid en ervaring, niet gevaarlijk is voor een Afrikaanse democratie als Senegal. Het is alleszins een feit om even bij stil te staan.
Ook heb je hun nachtelijke zangstonden. Daarbij zingt of liever schreeuwt men in koor tot na middernacht islamitische liederen – of zijn het koranverzen, ik kan er alleszins niets van begrijpen.
Iets irritanter zijn de bedelende ‘Baye Falls’. In principe is een ‘Baye Fall’ iemand die de leer volgt van Ibra Fall, een maraboutleerling die de nadruk legde op hard labeur en een sober leven waarbij vijf maal bidden zelfs geen prioriteit had. De bedelende types brengen hun dag door op straat en zamelen geld in voor het broederschap. Hoewel ze je elke keer aanspreken met ‘mon ami!’ zijn ze eerder op je kleingeld uit dan je oprechte vriendschap.
Natuurlijk werkt het fenomeen van Mouridisme niet enkel op m’n zenuwen. Ik hoorde dat dit broederschap een soort sociaal vangnet heeft uitgebouwd. Ook bieden ze transport aan met lagere prijzen, met name de ‘cars Mourides’.
De stad Touba is hun heilige bedevaartsoord en thuisstad van de grote spirituele leider.
De immense moskee die er staat bevestigt nog maar eens de rijkdom en macht van het broederschap én de marabout. Ik ging erheen om de pracht en praal van de moskee te aanschouwen en wat meer te weten te komen over de bijzondere geloofsovertuiging van de Mouriden.

Eerst met de trein naar Thiès, langs de sloppen van Dakar en de brousse van het schiereiland. Daar vroeg ik naar een slaapplaats – hopelijk gratis – in een katholiek seminarie.  Natuurlijk was ik welkom in Gods huis! Ik vertelde maar niet dat ik naar Touba reisde. De volgende dag vond er in het parochiezaaltje een conferentie plaats over de stem van de vrouw in de politiek. Niet toevallig vierde men de dag voordien wereldvrouwendag. Een man die naast me zat zei me cynisch dat de vrouwen enkel gekomen waren vanwege het rijkelijke middagmaal achteraf. Hij zag er het nut kennelijk niet van in. Toch vond ik het een opluchtend initiatief. 
de enigste foto van Cheikh
Amadou Bamba
of gewoonweg
sérigne Touba
Nadien weer op weg naar Touba. Diezelfde avond nog stond ik voor de 87 meter hoge, blauwverlichte minaret van de moskee: Lamp Fall.
Een Baye Fall – geen bedelende, dus de aangename types – gaf me een korte rondleiding; marmer van Italië en Porugal, decoratie van Tunesië en Marokko en zelfs tapijten uit België. Het lijkt wel of de hele wereld heeft bijgedragen aan deze moskee. En vanwaar komt dat geld? Elke Mouride heeft op vraag – of bevel?- van de marabout 1000 FCFA afgestaan, een kleine moeite. Maar 1000 FCFA maal enkele miljoenen…
In Touba moet m’n bovendien niet betalen voor water en elektriciteit en zijn bouwgronden gratis. Een cadeautje van de marabout of investering van het ‘belastingsgeld’ van de Mouride bevolking? Hoe dan ook, het bespaard vele armere gezinnen financiële problemen.
Ik leerde over de historie van de beroemde Amadou Bamba, de stichter van het broederschap, en zijn nakomelingen; over hun levensloop en verrichte mirakels.
Kan iemand hen vragen om op een miraculeuze wijze het leven van de talibé’s te verbeteren?





Lamp Fall, de hemelhoge minaret, het baken van het Mouridisme