maandag 24 december 2012

Joyeux Noël!


Ja ja, ook al is maar liefst 95% van de Senegalezen moslim, dat weerhoudt hen er niet van om uitgebreid Kerstmis te vieren met hun katholieke buren. Onze namiddagactiviteiten stonden de laatste dagen ook in thema van de feestdagen. Met al die kerstmannetjes en dennenboompjes die ze inkleurden en knutselden ziet het klasje er meteen wat vrolijker uit.

Zalig kerstfeest!










                                                                                                        




De eilanden aan de kaap


Cap Vert, het schiereiland waarop dakar gesticht werd, is het meest westlijke punt (of kaap) van het Afrikaanse continent. Dat maakt de hoofdstad het kruispunt tussen Afrika en het Westen en daardoor ook het politieke, economische en culturele centrum van West-Afrika. Dit is echter iet altijd zo geweest. In het begin van de kolonisatie, lang, lang geleden (15de eeuw), bleef Dakar een klein vissersdorpje zonder enig belang dat moest onderdoen voor een koloniale nederzetting op één van de vier eilanden rondom de kaap.
En over die eilanden wil ik het toch even hebben:

Ile de Gorée, het slaveneiland


De Portugezen zetten hier in het midden van de 15de eeuw voet aan wal en bouwden er een nederzetting. Geen slechte keuze want île de Gorée zou uitgroeien tot één van de grote handelscentra met Europa. Onder andere de slavenhandelaars zouden er gouden zaken doen. Het eiland werd dan ook fel betwist door andere naties zoals Nederland en Frankrijk.
Al heeft Gorée door de tand des tijds veel van zijn pracht verloren, is het nog steeds de moeite waard om door de smalle steegjes tussen de kleurrijke huizen te wandelen. Het deed me wat denken aan scènes uit The pirates of the Caribean. Captain Jack Sparrow zou er zo kunnen aanmeren. Een 'bottle of rum' op één van de vele terrasjes aan de baai zou misschien wel iets voor hem zijn geweest. Dankzij zijn historische waarde is île de Gorée uitgeroepen tot Unesco-werelderfgoed.
We bezochten er het 'Maison des esclaves' waar we een kleine rondleiding kregen van een nogal amateuristsche gids. Hij vertelde ons wat meer over de behandeling van de slaven in dit slavenhuis vooraleer ze werden overgescheept naar de Nieuwe Wereld. Je wordt er met heel wat geconfronteerd.
Achteraf wachtten wij op het strand op onze overzetboot. Deze ging daarentegen niet naar Amerika maar bracht ons weer veilig naar de haven van Dakar.



op de veerboot naar île de Gorée

de smalle pittoreske straatjes

het slavenhuis


Ile de la Madeleine, slangen en boababs


Op dit eiland woont niemand behalve de vogels en andere diertjes die van dit natuurreservaat hun (tijdelijk) thuis hebben gemaakt. Om de stadsdrukte maar weer eens te ontvluchten, namen we in een weekend de pirogue naar dit reservaat. We meerden aan in een baai waar je in prachtig helderblauw water kon baden. Na een kleien verkenningstocht, hielden we een picknick onder één van de typische baobabs tussen het dicht struikgewas. Achteraf namen we een duik.
Ooit leefde hier een Franse sergeant die naar het eiland verbannen werd. De ruïnes van zijn huisje kan je er nog zien. Deze soldaat heette 'Sarpan' en men had het dan ook vaak over 'île de Sarpan'. Later werd deze tweede naam van eiland verkeerdelijk begrepen als 'île aux Serpents'. Er zijn dus echter geen  slangen te zien maar een paradijs als de tuin van Eden was het me er wel.



 


Ile de Ngor, voor mensen met geld

 

Voor de kust van de gelijknamige wijk, ligt île de Ngor. Dit eiland is grotendeels bebouwd met villa's van de Senegalese jetset waaronder de beroemde artiest (en nu minister van cultuur) Youssou N'Dour.
Ook France Gall en Peter Gabriel hebben er een buitenverblijf. Na een korte wandeling langs de rotsachtige kust en de klippen van het eiland hebben we er een namiddagje gezwommen en in ligstoelen geluierd.



   
   

     



Ile de Yoff, geiten en geesten

Ook Yoff heeft zijn bescheiden eilandje. Maar net als île de la Madeleine is het onbewoond. Niet omdat het een beschermd reservaat is maar aangezien men gelooft dat er geesten ronddwalen. De vele geiten die er grazen, trekken zich alleszins niet veel aan van deze onzichtbare eilandbewoners.








woensdag 19 december 2012

Koulgraoul!


Voor wie eens van het Afrikaanse uitgaansleven wil proeven, is 'Koulgraoul' zeker een aanrader. Iedere eerste zaterdag van de maand wordt deze fuif georganiseerd in een hotel aan het strand van Ngor, een wijk naast Yoff. Zowel Senegalezen als Europeanen komen er een stap in de wereld zetten. De muziek die er gedraaid wordt, is dus een mooie mix van Afrikaanse ritmes, Cubaanse salsa (zeer populair hier in Senegal) en Westerse pop.
Na een week met dat klein grut op het project, komt ook voor ons zulk avondje zeker gelegen. We hoeven ons er ook niet voor te haasten. Het feestje begint pas écht rond één à twee uur 's nacht. Daarvoor valt er nog geen feestganger te bespeuren. Misschien ligt dat wel aan het feit dat Senegalezen 's avonds pas eten tussen 11u en 12u. Het komt er dus wel op neer tot dan goed wakker en actief te blijven. Want het enthousiasme daalt naarmate de late uren vorderen.
Een tas sterke koffie achteroverslaan dus en dan hop, de taxi in, op weg naar Koulgraoul, klaar om ons uit te leven op the African vibes.




maandag 17 december 2012

Operatie uitgesteld


Een week geleden verscheen Aïssatou met haar papa op het project met het nieuws dat de operatie toch niet was doorgegaan. Twee patiëntjes met dezelfde aandoening die de dag voordien geopereerd werden, kwamen nadien in een coma terecht. Aïssatou behandelen zou dus te veel risico inhouden en de chirurgen wouden zich er niet aan wagen. Begrijpelijk wel, maar dit was niet de eerste keer dat de chirurgen de ingreep hadden uitgesteld en we waren er dan ook niet echt over te spreken. Vooraleer ze kon worden opgenomen had ze ook nog weken moeten wachten tot er voor haar een bed was vrijgekomen.  Maar wat kan je eraan doen? Dat er in veel ziekenhuizen in Dakar een gebrek is aan de nodige efficiëntie staat vast. Op dat vlak is er nog wat werk aan de winkel.

Ondertussen betaalde TSX een week lang Aïssatou's verblijf in het hospitaal. Ze is er alleszins niet omgekomen van de honger. 'Lekk rekk,' vertelde haar papa ons: 'ze eet de hele tijd'.
We kregen te horen dat het ziekenhuis nu het plan had opgevat om Aïssatou naar Zwitserland te laten overvliegen om haar daar te laten behandelen. De kosten zouden betaald worden door een Europese hulporganisatie. Een exacte datum was echter nog niet vastgelegd. Dus of dat alles wel mogelijk is, valt nog af te wachten. Insha'allah, zoals ze hier steeds zeggen: als God het wil. 



vrijdag 14 december 2012

Poëet-President


Het feit dat Senegal zo toegankelijk is voor jonge vrijwilligers is te wijten aan zijn stabiliteit en zijn goede relatie met Europa. In tegenstelling tot zijn buurlanden heeft Senegal geen grootschalige burgeroorlogen achter de rug en is ze gespaard gebleven van langdurige dictaturen. Dat heeft het West-Afrikaanse land te danken aan zijn eerste president, Léopold Sédar Senghor. Na de Franse kolonisatie begeleidde hij Senegal naar democratie. Hij was zodanig populair dat hij maar liefst 20 jaar aan de macht bleef, vanaf 1960 tot 1980. En dat zonder dictatoriale trekken te krijgen. 
Senghor was niet enkel een gevierd staatsman, hij was ook een befaamde poëet. Veel gedichten pende hij neer tijdens zijn verblijf in de krijgsgevangenkampen van de nazi's. Hij mag van geluk spreken dat hij de oorlog overleefd heeft. Vele zwart-afrikanen die moesten dienen het Franse koloniale leger en zich overgaven aan de Duitsers, werden nadien onverbiddelijk door hen geëxecuteerd. De nazi's zagen ook zwart-afrikanen zoals Senghor als 'üntermenschen' die zonder pardon uitgeroeid moesten worden.
Wel, deze '"üntermensch" -door de ogen van nazi's dan- schreef prachtige gedichten waarvan ik me ééntje kan herinneren uit de lagere school:



 
Cher frère blanc,
Quand je suis né, j’étais noir,
Quand j’ai grandi, j’étais noir,

Quand je suis au soleil, je suis noir,

Quand je suis malade, je suis noir,
Quand je mourrai, je serai noir.
Tandis que toi, homme blanc,
Quand tu es né, tu étais rose,
Quand tu as grandi, tu étais blanc,
Quand tu vas au soleil, tu es rouge,
Quand tu as froid, tu es bleu,
Quand tu as peur, tu es vert,
Quand tu es malade, tu es jaune,

Quand tu mourras, tu seras gris.
Alors, de nous deux,
Qui est l’homme de couleur ?

woensdag 12 december 2012

Rellen in de hoofdstad


Het volgende gebeurde ondertussen al een maand of twee geleden. Maar het lijkt me toch de moeite waard om dit verhaal nog op m'n blog te zetten:

In de ochtend van maandag 22 oktober waagden we ons met de bus naar het centrum van Dakar. Lucile had er een fietswinkel opgemerkt waar we misschien wel aan geschikte fietsen konden geraken om met pak en zak de Senegalese wegen te trotseren. Nog voor de bus zijn eindhalte bereikt had, moesten we afstappen.  Om een nog onbekende reden weigerde de buschauffeur zijn traject af te ronden. Er bleek ‘iets’ aan de hand te zijn in het centrum.
We liepen te voet verder naar onze fietshandel. Opvallen veel voetgangers liepen in de richting van de stadskern. Wat er ook gaande was, het moest blijkbaar veel interesse hebben opgewekt bij de inwoners van Dakar. Eenmaal binnen in de winkel vroegen we wat er zich afspeelde in de straten verderop. De eigenaar vertelde ons dat een bende jongeren de boel er kort en klein sloeg. De relschoppers zouden onze richting uit komen dus begonnen ze haastig alle fietsen en scooters binnen te plaatsen om geen schade op te lopen. De laatste tweewieler was nog niet binnengedragen of we konden de bende al zien naderen. Gewapend met ijzeren staven en stenen joegen ze voorbijgangers de schrik op het lijf. Elke auto moest eraan geloven, allen beblutst en met stukgeslagen ruiten. We brachten onszelf natuurlijk in veiligheid achter de gesloten poorten van de winkel. Één deur bleef open voor nieuwsgierige kijkers. Wanneer de rust wat was teruggekeerd, openden de boetiekjes hun deuren weer en konden wij verder zaken doen met de fietsenverkoper. 
Toen we nadien naar het stadscentrum liepen -we zouden de fietsen later afhalen-, zagen we een zwarte rookpluim in de verte. Eenmaal ter plaatse, bleek het een bus te zijn die door de relschoppers was tegengehouden en in brand werd gestoken. Een grote menigte stond erbij en keek ernaar. Verschillende toeschouwers waarschuwden ons dat we de hoofdwegen beter konden mijden. De 'manifestanten' liepen immers nog steeds door de straten. Zo wandelden we, gegidst door een dakarois, door de straatjes van Dakar. We moesten opletten waar we liepen. Overal lagen glasscherven. Natuurlijk kon je van ieders gezicht aflezen dat ze niet met de rellen waren gediend.

Achteraf kwamen we te weten wat de precieze reden was van de onrust in de hoofdstad. De bende jongeren bleken aanhangers van de marabout Cheikh Béthio Thioune uit Thiès. Hij zou schuldig zijn aan de moord op twee van zijn leerlingen, of toch tenminste medeplichtig. In afwachting van zijn proces, verbleef hij in een cel in de gevangenis van Dakar . Dit nieuws werd door de rest van zijn aanhangers met veel onbegrip onthaald en zij besloten in opspraak te komen tegen zijn hechtenis. Helaas verliepen deze protesten dus niet bepaald vreedzaam.




(Vanaf min 8 zie je de bus die in lichterlaaie staat)


voor wat meer info:

zondag 9 december 2012

On a partagé le monde


Zoals ik al enkele keren vermeld heb, leven in Senegal verschillende bevolkingsgroepen. In het binnenland zijn ze meer verdeeld onder de regio's: de Wolof in het Noorden en Centraal-Senegal, de Soninké in het Noord-Oosten, de Mandingo het Zuid-Oosten, de Sérèr in het Zuid-Westen en de Diola en Peul in het Zuiden. En dan zijn er nog de Toucouleur, de Bambara en de Lebou (Yoff was oorspronkelijk een Lebou-vissersdorp). Wat religie betreft, leven in het noordelijke deel overwegend moslims en vind je meer katholieken en animisten naarmate je zuidelijker trekt. In Dakar kom je mensen tegen van alle windstreken. De hoofdstad is dus een miniatuurversie van het hele land waar je een pintje kan drinken met een katholieke Diola, van een goed gesuikerde thee kan nippen met een islamitische Wolof of een traditioneel dansspektakel kan bijwonen van de Sérèr. De reden van die mix van culturen in één land ligt niet grotendeels aan immigratie maar hebben ze aan de Europeanen te danken. Toen het Afrikaanse continent onder de Europese grootmachten werd verdeeld, is er alles behalve rekening gehouden met etniciteit. Tot op de dag van vandaag zorgt dit in heel Afrika voor problemen. Vele volkeren weigeren nog samen te leven met ander bevolkingsgroepen in éénzelfde land. Ze eisen hun onafhankelijkheid en deinzen er niet voor terug om daarvoor geweld te gebruiken. Dit gebeurde ook in Senegal, meer bepaald in de regio Casamance. De gevolgen van de spanningen daar hebben we zelf wat kunnen ondervinden. Maar daarover later meer uitleg.

De volgende reggae-artiest uit Ivoorkust zingt over de kolonisatie van Afrika. Zijn artiestennaam is Tiken Jah Fakoly en hij is vrij populair in Senegal. Ik leerde zijn muziek kennen via Samba, een ex-talibé die in het projectgebouw woont. De traditionele Senegalese muziek, met al te veel percussie en hoge zangstemmen, spreekt me niet echt aan maar ze hebben duidelijk een goede smaak voor Reggae.




Les Papiers de l'Amour


Het institut français van Dakar bevindt zich in het hartje van de stad en is een goed toevluchtsoord voor diegenen die even aan de stadsdrukte willen ontsnappen. Binnen de muren van het instituut is het een oase van rust waar je gezellig iets kan eten/drinken, films bekijken, tentoonstellingen bezoeken, lezingen bijwonen, Wolof-cursussen volgen, van theatervoorstellingen met muziek en dans genieten, ...

De avond van 7 september namen we de taxi naar dit cultureel centrum om er het toneelstuk 'Les papiers de l'amour' te bekijken. Het stuk gaat over een Joodse advocate en een Palestijnse ingenieur die elkaar ontmoeten tijdens vredesonderhandelingen tussen Israël en Palestina in Genève. De vonk slaat meteen over. Maar door hun achtergrond verloopt hun liefdesverhaal niet meteen van een leien dakje.
Een mooie theatervoorstelling met prachtige dialogen en monologen. Of ik er nu alles van begrepen had of niet, het was aangenaam om naar te luisteren. Het verhaal is brandend actueel, niet enkel binnen het kader van de Israëlisch-Palestijns conflict, maar van toepassingen op alle samenlevingen. En waarom ook niet op die van Senegal? Hier leven al decennia lang talloze bevolkingsgroepen met verschillende religies en culturen naast elkaar en ook dat kan wel eens voor spanningen zorgen.







vrijdag 7 december 2012

Jaune + Rouge = Orange


De lagere school waar de meeste projectkinderen les krijgen, telt maar liefst + 600 leerlingen, ingedeeld in twaalf klassen. We kregen de kans eens in de schoenen van de leerkracht te staan en iets bij te leren aan een klas van 50 kleine rakkers van het eerste leerjaar. Omdat ze konden lezen, schrijven noch rekenen, besloten we het eenvoudig te houden en hen de verschillenden kleuren aan te leren. Om hen uit te leggen hoe je met de primaire kleuren secundaire kon bekomen, mengden we rood, blauw en geel verfwater tot violet, groen en oranje (niet de werkelijke bijkleuren maar vereenvoudigd). Papieren met de hoofdkleuren en hun combinaties werden vervolgens op het schoolbord geplakt. Daarna kozen we leerlingen uit die om beurt met een grote dobbelsteen mochten gooien, met één van deze kleuren op elk vlak. Nadien konden ze kiezen uit een aantal afgedrukte objecten (bv. gele badeend, groene papegaai) met dezelfde kleur als degene die bovenaan kwam te liggen. Dit object moesten ze dan bij de juiste kleur op het bord kleven. Bij een geslaagde poging volgde een een luid applaus van wel honderd handjes. Een vrij simpel concept uiteindelijk maar de kinderen waren daarom niet minder enthousiast.



woensdag 5 december 2012

Een hart voor Aïssatou


Morgen (6 december), gaat één van de projectkinderen onder het mes. Vanaf haar geboorte heeft ze een gaatje in haar hart. Sinds een aantal weken ging haar toestand achteruit en enkele dagen geleden werd ze opgenomen in ziekenhuis. Het is nu aan de chirurg om het gaatje te dichten. Geen gemakkelijke opgave, lijkt me, vooral omdat Afrikaanse ziekenhuizen niet even gesofisticeerd zijn als de Europese. Gisteren sprongen we eens bij haar binnen met alle vrijwilligers en Samba. Ze was duidelijk blij met het bezoek. Hopelijk loopt alles goed af. Om Aïssatou alvast een hart onder de riem te steken, hebben we met de andere kinderen tijdens de tekenactiviteit allerlei kleurrijke hartjes getekend. Nadien bezorgden Samba en Philippe (mede-vrijwilliger) haar de kleine kunstwerkjes. 
Fingers crossed!



                                  

Folklore in Dakar


De avond van 4 december vond het eerste deel van het 'Festival International du Folklore de Dakar' plaats. Aan de voet van de heuvel waarop het gigantische monument voor de Afrikaanse wedergeboorte staat te pronken, kregen we een prachtig staaltje van de West-Afrikaanse muziek en dans te zien. De dansers, danseressen en muzikanten waren uitgedost in de traditionele kleurrijke kledij die hun dynamische dansen nog maar eens kracht bijzette. Het was een echt spektakel waarbij het djembé-geroffel het Dakarees verkeerslawaai wel eens zou kunnen overstemmen. De meisjes onder de vrijwilligers hebben zich ondertussen ook al geëngageerd om Afrikaanse danslessen te nemen. Misschien wel geen slecht idee om hun voorbeeld te volgen. Het is niet moeilijk om je te laten meeslepen door de Senegalese ritmes. 
Enkele foto's kunnen het gebeuren misschien beter illustreren:






dinsdag 4 december 2012

Wolof voor Dummies


We kunnen dan wel ons beste Frans bovenhalen om met de kinderen te praten, vaak verstaan ze er niets van. We moeten heel wat verduidelijken door uit te beelden. De kinderen van het project zijn voornamelijk opgegroeid met het Wolof, de taal van de gelijknamige bevolkingsgroep. In Senegal wonen veel verschillende etniciteiten, maar de Wolof zijn het talrijkst. Het Wolof is dus de omgangstaal die zowat elke Senegalees beheerst. Ook al behoren velen tot een ander volk zoals de Peul, Sérèr, Diola of Mandinka, elk met nog eens hun eigen taal. 
Het Frans mag dan wel aangeleerd worden op school, sommige volwassen zijn niet echt in staat een woordje in het Frans te wisselen (onderwijs is immers niet voor iedereen toegankelijk). Het is dan ook handig een woordje Wolof te kunnen spreken. Om de taxichauffeur duidelijk te maken waar je naartoe wil, om een winkelier te vertellen wat je wil aankopen of gewoon om het respect van een Senegalees te winnen.
Hier enkele handige uitdrukkingen:


goeiedag!                                      Salaamalekum
      antwoord                                Malekumsalaam

Hoe gaat het?                                Na nga deff?
                                      
Het gaat goed!                              Ma ngi fi (rekk)    (lett: ik ben hier)

Alles goed?                                   Yaa ngi ci diam?     (de 'c' spreek je uit als 'tsj')

Ja                                                   Waaw

Neen                                              Deedeet

Waar ga je naartoe?                       Foy dem?

Ik ga naar Dakar.                           Ma ngi dem Dakar.

Tot de volgende keer!                    Ba beneen yoon!



Ik wil graag een brood kopen        Dama begge djend mbourou.

Hoeveel kost het?                          Bi ñaata la?

Bedankt!                                        dieuredieuf!


Graag gedaan                                 ñoo koo bokk


Tot morgen!                                   Ba souba!




laat me gerust!                                Bay ma!


Ik ben moe.                                    Dama sonn.


Ik heb honger / dorst                      Dama khiff / mar


Ik ga eten.                                      Dinaa lekk.


Het is lekker.                                  neex na   (de 'x' spreek je uit als 'ch')



Andere leuke uitdrukkingen vind je in de rechterkolom bij het rubriekje 'Woordjes in het Wolof'.

Ik probeer er elke maandag een ander woord of zinnetje in te zetten dat ik de voorbije week heb geleerd  (kinderen zijn goede leraars).





maandag 3 december 2012

De hitte van de Sahel


Mijn eerste maanden hier in Dakar was het al meteen zweten geblazen. Het regenseizoen was net afgelopen en de brandende zon nam het weer over van de donkere regenwolken. Een sportieve prestatie in september en oktober zat er niet echt in. Ik zag er al tegenop om even naar de supermarkt te wandelen. Eenmaal de deur uit sloeg de zon genadeloos toe.
Zelfs de Senegalezen konden de hitte niet verdragen. Njaye, de man uit mijn Senegale familie, lag enkele dagen uitgeteld op zijn matras, de ventilator draaide op volle toeren. Het kwik steeg regelmatig tot 40° C. Of de klimaatsveranderingen er iets mee te maken hebben weet ik niet zeker. Maar we hebben hoe dan ook enkele bijzonder warme maanden achter de rug.
De opwarming van de aarde laat zich anders wel kennen in Senegal en de rest van de landstrook onder Sahara die we de Sahel noemen. De hele regio geeft te kampen met droogtes en verwoestijning. Drinkwater in het binnenland wordt schaars. In 2010 teisterde een hittegolf de streek. Boeren konden hun gewassen niet verbouwen en een hongersnood brak uit met vele vluchtelingen tot gevolg.
Hier in Dakar heb ik tot nu toe niet echt iets gemerkt van de climate change en mensen die ik erover aansprak leken me niet helemaal op de hoogte van de klimaatveranderingen. Maar misschien hoor ik in het binnenland heel andere verhalen.
Onlangs voerde 11.11.11 met dit filmpje campagne omtrent opwarming van de aarde. Ik hoop dat iedereen ondertussen weet dat dit clipje geënsceneerd is. De afrikaan die in het publiek zit vertolkt niet toevallig de rol van... een Senegalese boer.






zaterdag 1 december 2012

De kinderen van Dakar


Het project TSX werd oorspronkelijk opgericht om de levensomstandigheden van de talibé's te verbeteren. Later ving het ook gewone straatkinderen op. Allen zijn ze afkomstig van de kleine primitieve plattelandsdorpen verspreid over heel Senegal. De armoede dreef hen naar de hoofdstad waar de populatie sinds 2002 steeg van 1 miljoen naar meer dan 3 miljoen inwoners. En dit aantal blijft dagelijks stijgen zolang de situatie in het binnenland achteruit gaat. Dakar barst uit z'n voegen en kan onmogelijk aan alle nieuwkomers een beter leven bieden. De toekomst voor vele kinderen ziet er dus niet zo best uit. In Yoff kunnen er enkelen terecht in het project; kinderen met verschillende roots binnen Senegal - het land telt immers verscheidene volkeren als inwoners, zoals de Wolof en de Peul, elk met een andere taal en cultuur. Sommigen komen zelfs van over de grens en hebben nog familie in Gambia of Guinée-Bissau. Een mengelmoes van culturen binnen TSX dus, maar hun achtergrond valt enigzins te vergelijken.

De talibé's, leerlingen van de Koran


Deze groep bestaat uitsluitend uit jongens, vaak tussen de 4 en 18 jaar. Bij gebrek aan ondewijsmogelijkheden in de dorpen stuurden hun ouders hen naar de hoofdstad om er ondewezen te worden in de Islam. Een grote eer voor velen, want ze krijgen les van een marabout, een vooraanstaande islamgeleerde die rechtstreeks in contact staat met Allah en bovendien beschikt over bovennatuurlijke krachten. Deze marabout geeft zijn lessen echter niet gratis en aangezien de families geen rooie cent hebben moeten de talibé's alles zelf finaciëren. Ook hun eten moeten ze zelf bekostigen. Tussen de lesuren door zie je ze dus bedelend op straat. Hun kennis van het Frans, de officiële taal, beperkt zich tot "Donne-moi l'argent". Dat geld komt dan terecht in de handen van hun leraar die er, naargelang zijn aard, zichzelf mee verrijkt of het de talibé's zelf ten goede laat komen.
Is de opbrengst van de dag niet groot genoeg, dan kan een talibé zich verwachten aan sancties waaronder fysieke straffen. Samen met andere vrijwilligers en Samba brachten we al een bezoek aan een marabout. We werden hartelijk ontvangen en hij zag er wel goedaardig uit. Samba vertelde ons dat hij één van de progressieve islamgeleerden was met een open geest en zonder afkeer voor toubabs.  Maar wat er allemaal gebeurt achter de muren van een Daara, een koran-internaat, kunnen we niet echt met zekerheid weten. Marabouts genieten nog steeds veel aanzien en een kwaad woord over deze godsgeleerden wordt niet geapprecieerd. Ze zijn immers in staat een vloek over je uit te spreken die je ziek of gehandicapt maakt. Dat geloven alleszins de Senegalezen die hun oud (bij)geloof in geesten en magische krachten nog niet helemaal hebben opgegeven. Als er een talibé ziek valt, wordt nog steeds de oude traditionele behandeling toegepast, zoals cupping, waarbij glazen kopjes op hun huid wordt geplaatst en daarna vacuüm gezogen. Dit om de slechte lichaamsstoffen (of 'ziektegeesten') uit te drijven. Een effectievere verzorging krijgen ze van vrijwilligers wanneer ze binnenspringen in het project of wanneer we zelf een Daara bezoeken.

Jonge kinderen van ongeveer vier jaar worden dus naar Dakar gebracht om er in de leer te gaan bij zulke marabouts. Ze (over)leven tot hun 17 à 18 jaar in een Daara, een openluchtschool waar ze slapen in hutten, gefabriceerd met golfplaten. Vaak liggen ze met 30 jongens samen in een ruimte van 4 op 4 meter en missen zelfs het comfort van een matje of matras. Ze zijn gedwongen te bedelen om hun eten en onderwijs te betalen. Hebben ze niet genoeg geld ingezameld, worden ze gestraft.
De barre levensomstandigheden van deze koranleerlingen werden al aangekaart door de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, maar de problematiek heeft het internationale nieuws nog niet gehaald. Hun rapport vind je op http://www.hrw.org/reports/2010/04/15/backs-children-0

Les enfants de la rue

In tegenstelling tot de talibé's, weken de 'gewone' straatkinderen met het hele gezin uit naar Dakar. Een behoorlijk onderkomen kunnen ze zich niet permitteren. Veel gezinnen zoeken onderdak in werven van onafgewerkte huizen of appartementen (de constructie van een gebouw kan jaren duren; de werken eraan worden vaak stilgelegd voor enkele maanden). Het is goed mogelijk dat ze terechtkomen naast een mooie villa of luxe-appartement: armen en rijken leven hier naast elkaar, een bizar contrast. Eenmaal de werkzaamheden aan het huis afgerond zijn en de eigenaars er hun intrek in willen nemen, moeten de families verhuizen. Daarom zijn ze als het ware 'stadsnomaden'. De families moeten het stellen zonder water of elektriciteit. De zwakke muren kunnen hen niet altijd beschermen tegen het grillen van het regenseizoen. Voor voeding zijn ze dikwijls afhankelijk van hun rijkere buren die hen het overschot van hun maaltijd geven.
Omdat de meesten nog nooit van voorbehoedsmiddelen hebben gehoord en het bovendien aan mannen wettelijk toegestaan is meerdere vrouwen te hebben (max. 4), zijn arme gezinnen vrij groot. De ouders hebben dan ook hun handen vol met het zorgen voor inkomsten om de hele familie te onderhouden. Er gaat dus niet al te veel aandacht meer naar de kinderen die zich dan maar uitleven op straat. Of ze ontfermen zich over hun jongere broertje of zusje als de mama's werken. Vaak zie je ze aan de kant van de weg zakjes pindanootjes verkopen of sloven ze zich uit als dienstmeid bij rijkere gezinnen. Al deze omstandigheden brengen veel frustraties met zich mee. Die worden wel eens uitgewerkt op de kinderen, die in TSX soms wonden laten verzorgen die ze niet hebben opgelopen door te ravotten op straat...
Op het project proberen we hen zo goed mogelijk op te vangen en trachten we hun thuissituatie wat te compenseren met een forse dosis aandacht en toewijding. Ze kunnen zich er creatief en speels afreageren en zich in de watten laten leggen.