Spelen op straat kan soms ernstige gevolgen hebben. Leven op straat al helemaal. Twee weken geleden liep een talibé het project binnen. Hij liet ons zijn net opgelopen kwetsuur zien: een open kniewonde die er lelijk uitzag. Deze wonde moest hoe dan ook gehecht worden. Omdat we hem niet onmiddellijk naar het naburig ziekenhuis konden brengen, behandelden we bij voorzorg de verwonding en wonden er een stevig verband rond.
Nadien was hij weer even snel vertrokken als hij gekomen was, terug naar z'n daraa. 'Verdorie!' we wilden hem nog even hier houden en naar het hospitaaltje gaan. Wat nu? We vroegen één van z'n vrienden of hij zijn makker zo snel mogelijk weer naar het project wilde brengen.
Later op de dag kwam ik dit vriendje op straat tegen. We liepen samen naar de Daraa en vonden er onze gewonde talibé. Samen met de marabout wandelden we verder naar TSX. Daar legde Arthur uit dat een bezoek aan het ziekenhuis noodzakelijk was. Meneer marabout ging akkoord en bracht daarop zijn discipel naar de spoed-afdeling.
Eind goed al goed: nadien namen we met Samba een kijkje in de Daraa waar het manneke lag te slapen met een vers verband om de knie.
Vandaag kwam hij weer even binnen gesprongen. 'Fadiou?' vroeg hij, 'kom je me verzorgen?'. Het verband ondertussen verdwenen, de hechtingsdraadjes losgekomen en de wonde vol zandkorrels. Zonde, z'n knie was mooi aan het genezen. Weer naar het ziekenhuis dan maar?
wonde schoongemaakt en voorlopig een gaasje erover
zondag 27 januari 2013
Senegalezen zijn niet altijd tranquille
Men denkt vaak dat Afrikanen bijzonder kalme beheerste mensen zijn die zich zelden ergens ongerust of kwaad over maken. Dat ze een
hele dag kunnen relaxen in de zon met een kopje thee. Geen stress, ze hebben toch alle
tijd van de wereld.
Wel, als het over Senegalezen gaat, durf ik dat cliché toch
al te doorprikken. Hier zijn mensen zeer expressief op alle vlakken: als ze
ruzie maken, gaat er het hevig aan toe; als zo’n ruzie escaleert, gaan ze snel
met elkaar op de vuist; bij een discussie hoor ik vaak harde woorden vallen;
als ze achter het stuur zitten, rijden ze als zotten op de weg; ...
Maar het hoeft zich niet altijd zo negatief te uitten. Hun expressieve karakter zit verweven in hun cultuur. Als je ze ziet
dansen, musiceren en zingen, vraag je je af hoelang ze het zullen volhouden.
Afrikaanse muziek en dans is een echte sport. Hoe sneller en energieker, hoe liever. En dan hun kledij, een waterval van kleuren. Vooral op feestdagen,
pronken vrouwen en mannen graag met hun blinkende boubou’s. De verschillende tinten spatten er vanaf.
Senegals nationale sport is er ook een mooi voorbeeld van.
Worstelen is enorm populair bij jong en oud. In bussen en
auto’s hangen prenten van Balla Gaye
en Yékini, twee bekende worstelhelden,
op naast heilige marabouts en voetbalsterren.
Senegalezen lijken me dus niet altijd beheerst of flegmatisch - ze drinken zeker relaxed hun theetje en zijn verbazend stoïcijns bij een sterfgeval - maar houden van beweging en laten zich graag leiden door hun driften en emoties. Jammer genoeg heeft dat ook zijn nadelen:
in oktober zag ik hoe een ruzie uitmondde in een heus
conflict waarbij de tegenstanders zware bakstenen naar elkaar wierpen. Alsof
het al niet levensgevaarlijk genoeg was, haalde iemand tenslotte zijn pistool
boven. Enkele waarschuwingsschoten konden de andere partij niet intimideren.
Uiteindelijk werd het écht menens en richtte de schutter op de
anderen. Er viel één dodelijk slachtoffer: een onschuldige die op de hoek van de
straat thee dronk met enkele vrienden. De schutter werd enkele maanden later vrijgelaten…
Dan was er nog de manifestatie gevoerd door de losgeslagen volgelingen van marabout Cheikh Béthio Thioune. (zie bericht ‘rellen in de hoofdstad’).
Op televisie zag ik de onlusten in het nationaal voetbalstadion op zaterdag 13 oktober tijdens de kwalificatiematch Senegal-Ivoorkust. Zoals verwacht was de Ivoriaan Drogba de ster op het veld en zorgde voor twee doelpunten. Senegal slaagde er niet in een goal te maken. De Senegalese supporters konden de
nederlaag van hun team tegen Ivoorkust niet verdragen en besloten ze de tribunes te vandaliseren. Senegal werd gediskwalificeerd voor de Afrika Cup en kreeg een speelverbod in hun eigen stadion. Hopelijk reageren hun supporters een volgende keer minder impulsief bij een verlies.
“ Ndank ndank, ”
zeg ik dan: ‘kalm aan’ en doe het wat meer op z’n Afrikaans ;)
woensdag 16 januari 2013
Abdoulaye Messi en Omar Ibrahimovic
Hoewel een Daraa (weet je nog, zo’n
talibé-internaat) niet uitgerust is met een televisie, weten talibé’s
ongelooflijk veel af van internationaal voetbal. Ze volgen belangrijke
wedstrijden in boetiekjes, mediawinkels, door het raam van de buren... Ze zijn
vindingrijk genoeg.
Omdat ze ook wel van knutselen houden, lieten
we ze op het project een voetbalterrein neertekenen en er een opstelling op
maken met hun favoriete spelers. Die spelers hadden we afgeprint en lieten we
uitknippen. Messi, Ibrahimovic, Iniesta en Drogba mochten natuurlijk op geen
enkel getekend grasveld ontbreken.
Voetbaltruitjes met deze namen zie je vaak in
het straatbeeld. Talibé’s trekken ze graag aan. Hebben ze er geen, dan
schrijven ze zelf‘Messi’ op de
achterkant van hun T-shirt.
Wie weet schuilt er in enkelen van hen wel
hetzelfde talent als hun idool.
Oorlog in Mali, Senegal vecht mee
Het is zover. Sinds de VN een resolutie
goedkeurde die een militaire interventie in Mali voorzag, maken ook Senegalese
soldaten zich klaar om hun buurland uit de nood te helpen. Gewapende islamistische
groeperingen zoals Ansar Dineen Al Quaeda in de Maghreb hebben al
maanden het noorden van dit land in hun greep. Nu ze ook het zuiden bedreigen,
kan de situatie niet langer genegeerd worden. Wat als Mali een uitvalsbasis
wordt voor terroristen? Dan ziet het er ook voor Senegal niet zo best uit. Enkele
Malinezen hier in Yoff vrezen alleszins voor de veiligheid van hun families,
zeker nu het een internationaal conflict wordt.
Samba wist me te vertellen dat 500 Senegalese
militairen de gelederen in Mali zullen aanvullen. Zo zijn ze er de tweede buitenlandse troepenmacht na de Fransen. Ik denk dat ze hun grigri’swel nodig zullen hebben.
dinsdag 15 januari 2013
Senegal in 10 voorwerpen
Er zijn veel zaken die Senegal typeren en karakter geven. Hier geef ik jullie een selectie van tien objecten, groot en klein, die onontbeerlijk zijn voor dit landje:
1. Potje van een talibé
Van ’s morgens vroeg tot ’s
avonds laat lopen deze mannekes ermee rond,de centjes erin rinkelend. Zulk potje is zowat hun enige bezit, ze zijn
er dus erg op gesteld.. Om hus ‘geldkas’ wat te personaliseren, kleefden ze er
op het project enkele bekende voetballers op, hun grote helden naast
worstelaars en marabouts. Misschien geen slecht idee om hun potje eens te laten
schilderen. Er zitten heel wat creatieve geesten tussen.
2. Grigri
Deze amuletten draagt men om de hals, middel en/of arm. Dit is nog een erfenis van hun oude animistische
geloof. Iedereen, jong en oud, heeft er één. Het zou hen tegen nagenoeg alles
beschermen. Ze zijn bestand tegen alle soorten ongeluk: kwaadaardige geesten; mespunten; kogels; ziekten; slechte seks… Ze zorgen er zelfs voor dat mensen je
leuk vinden. Als zo’n gri-gri ook de armoede en hongersnood zou verhelpen zou
het al helemaal goed zitten.
3. Theesetje
Alcohol is hier voor velen
verboden (met uitzondering van christenen en progressieve moslims). Een café zoals
in België vind je hier dus niet in elk dorp. Hier verbroederen mensen op straat, waar ze discussiëren over van alles en nog wat terwijl
ze muntthee zetten. Hoe zoeter, hoe liever. Zo’n onderonsje kan erg lang duren.
Ze nemen er hun tijd voor. Eerst drinken ze een theetje zo bitter als het leven,
er dan eentje zo zacht als het leven en tenslotte een glaasje zo licht als de dood.
Amer comme la vie, doux comme l'amour, suave comme la mort.
4. Taxi!
Wanneer ik ’s morgens over
straat loop, had ik liever even een ander huidskleur gehad. Om één of andere
reden denken taxichauffeurs dat elke wandelende toubab een taxi nodig heeft. Dat laten ze horen door eens goed te claxonneren.
Soms rijden ze zelfs even
naast je in de hoop dat je toch plots van gedachte zou veranderen. En als je er
dan één nodig hebt, vragen ze het dubbele van de gebruikelijke prijs. Slim van
hen, als we onwetende toeristen zouden zijn, maar wij weten wel beter.
5. Platieken waterkan
Dit kleurige voorwerp kom je
op elk binnenkoertje of aan de rand van de stoep tegen. Het wordt gebruikt voor
de rituele reiniging voor het bidden. Je moet er immers rein van geest én rein
van lichaam (het gezicht dan) voorkomen als je je tot Allah wendt.
Het wordt ook voor iets
anders gebruikt dan rituele doeleinden. Wanneer je een Senegalese toilette
binnenkomt, zal je je misschien afvragen waar het wc-papier ligt. In plaats
daarvan staat hetzelfde soort kannetje in de hoek. Als je merkt dat Senegalezen elkaar geen hand geven met de linkerhand, weet je wat je te doen
staat als je zelf geen rol hebt meegenomen.
6. Pirogue
Aangezien ‘riz au poisson’ dé
Senegalese plat préféré is, is de visserij dus zeer belangrijk. En zeker in
Yoff, dat al honderden jaren een vissersdorp is (ondertussen
vissersbuitenwijk). Het is een bijzonder spektakel om ’s avond de vissers te
zien terugkeren van zee. Al de kleurrijke pirogues worden het strand op
getrokken en tientallen vrouwen staan klaar om de verse vis binnen te halen.
Pirogues zijn ook een handig
vervoermiddel in regio’s als Casamance, de Siné Saloum of de Sénégal-rivier.
7.Car rapide
Deze busjes zie je regelmatig door Dakar razen. Je betaalt twee keer niets om van Yoff naar het centrum te rijden. Al moet je wel wat overstappen. En elke plaats op het busje wordt benut, dus het kan vaak krapjes worden. In elk geval, wie naar Senegal reist, moet sowieso wel eens met dit vervoermiddel gereisd hebben. Meer Afrikaans kan het niet!
8. Televisie
Het is niet gewoon dat vrouwen hier een carrière uitbouwen. Zij houden zich bezig met het huishouden en staan in de keuken. In de tijd die hen rest, kijken ze televisie. Wanneer de man van zijn werk komt, ploft hij zich ook in de zetel. Zo zitten gezinnen wel uren aan het scherm gekluisterd. Zelfs bij bezoek staat die tv de hele tijd aan. Bollywood feuilletons zijn het populairst.
De kinderen van het project kijken natuurlijk graag naar superhelden cartoons zoals Batman of Spider-man. Ik kan al niet meer bijhouden hoe vaak ze me vroegen of ik Batman op papier wilde tekenen om in te kleuren.
9. Djembé
Dit is natuurlijk het instrument bij uitstek voor de Senegalezen. Wanneer je op het strand van Yoff wandelt, hoor je wel eens een aantal artiesten repeteren. Ze kunnen er ook geweldig goed op dansen.
We hebben ons onlangs geïnformeerd of we djembé-lessen zouden kunnen nemen. Zouden we als toubabs ook de Afrikaanse ritmes in ons hebben?
10. Zakje pindanootjes
Hét product van Senegal! Aardnoten of Cacahouète kan je hier overal aan de rand van de straat krijgen. Arme gezinnen verdienen hun brood met het roosteren en verkopen van deze nootjes. Ze zijn het lekkerst met een laagje karamel erover. Echt goed voor een kleine honger!
vrijdag 11 januari 2013
Maurice in animal farm
Om m'n eerste weekend van het nieuwe jaar goed in te vullen, ging ik voorbije zaterdag naar het Parc forestier de Hann. Dit (enige) openbare park van Dakar ligt ver van het centrum en is een verademing voor diegenen die, zoals ik alweer, het stadslawaai niet de hele dag willen aanhoren. Al is het niet erg uitgestrekt, je kan er fijn wandelen of joggen en aangenaam picknicken bij zonnig weer. Ik was blij toch nog wat groen te zien tussen al dat hoofdstedelijk beton.
Op dit uitstapje, nam ik Maurice mee, de elfjarige zoon van de projectkokkin Clemence. Hij was al een keertje met me mee geweest naar Dakar en liet zich graag nog eens op sleeptouw nemen. Al was hij deze keer degene die mij rondleidde. In de dierentuin aan het park, die ik wilde bezoeken, was Maurice immers al drie keer geweest. Er was dus geen nood aan een gids.
Al was deze zoo (zoals veel dingen in Senegal) jammer genoeg wat verwaarloosd, toch kon hij me interessante dieren tonen. Ik geloof dat de dieren uitsluitend uit Senegal zelf kwamen. Dus olifanten of giraffen zal je er niet zien. Wel leeuwen, antilopen, struisvogels, krokodillen, gorilla's, bavianen, pythons...
Naast de ingang van de dierentuin, was een klein springkastelenpark geopend. Maurice zag z'n kans om zich eens op deze onbekende attractie te wagen. Als er geen tijdslimiet op het ronddollen in de speeltuin stond (1000 Cfa / halfuur), had hij zich er nog de hele dag in uitgeleefd.
Voor we de taxi huiswaarts namen, wandelden we wat door het park zelf en werkten we nog een kleine snack naar binnen in een restaurantje aan de parkvijver.
Dat was me een beestige dag!
Maurice stond erop de rugzak te dragen...
de hutjes aan de vijver vormen de ideale plek
voor studenten om hun cursussen te blokken