Wat de pot schaft
Elke middag aten we samen met de begeleiders van TSX rond één grote schaal, gevuld met een heuvel rijst en twee vissen op de top. De kinderen zaten gewoonlijk braafjes in de gang en speelden er probleemloos hun portie rijst naar binnen. Ik, die in het klasje at met de volwassenen, had daar meer moeite mee. Rijst vult dan ook bijzonder goed de maag en... het is niet m'n
plat préféré.
Na een maand hield ik het niet meer vol om telkens te lunchen in het project. De eerste weken vond ik het nog heerlijk typisch Afrikaans om gezellig samen uit één schaal te lepelen. Helaas geraakte ik niet gewend de Senegalese keuken.
Elke dag van de week had zijn eigen rijstgerecht, de ene wat smakelijker dan de andere, wat de kans op mijn afwezigheid tijdens het middagmaal enigzins kon beïnvloeden. Ik ben er niet fier op maar steeds tegen je zin eten, hoeft ook niet. Mijn deel van de schaal stond ik met plezier af aan vrienden van begeleiders of mensen die 'toevallig' het project passeren wanneer er te bikken valt.
Als je rond 13u over de vloer komt, word je gegarandeerd uitgenodigd om mee te eten. Je zou haast geen 'nee' durven zeggen. Het hoort bij de Senegalese
teranga, hun gastvrijheid, om anderen te inviteren tijdens een maaltijd én, voor die andere, om daarop in te gaan.
Maandag maakt Clémence '
tjebou djén' klaar, hét Senegalese gerecht bij uitstek. Je kan het gewoon vertalen als 'rijst met vis'. Daarmee zou het niet verschillen van andere Senegalese schotels maar het gaat 'm om de toegevoegde groenten. De smaak van de wortelen, aubergines,
okra's en witte kool wordt er jammer genoeg uitgekookt in tomatensaus. De zoete aardappel kon me wel bevallen. Clémence stoomt de rijst en kookt hem achteraf in diezelfde tomatensaus.
Het recept lees je
hier. De ingrediënten kan je in de Brusselse Matongé wijk zonder twijfel vinden.
Dinsdag is het tijd voor
yassa poisson. Het hoofdbestanddeel bestaat uit gestoofde ajuinen, fijn gesneden en op smaak gebracht met chili pepers en bouillon. De vis wordt gefrituurd en nadien gemarineerd in de gekruide ajuinsaus. Men eet
yassa dikwijls met gegrilde kip, mijn favoriet in Senegalese restaurants. Zoals je in
volgend recept zal lezen, is de bereidingswijze vrij eenvoudig.
De schotel heeft zijn oorspong in het zuiden van Senegal, de Casamance. Misschien is dat de reden waarom Clémence, hiervan afkomstig, hem twee keer per week klaarmaakte. De dag nadien maakte ze de saus, voor de verandering, iets pikanter. Dit gerecht was onder de vrijwilligers de meest smakelijke, al geeft de (wazige) foto die indruk niet meteen:
|
zoek de vis... |
Donderdag serveerde Clémence, as ik me niet vergis, rijst met vis, overgoten met een saus op basis van palmolie. Ik was er niet zot van en gaf de voorkeur aan een kleine hap bij een straatkraam.
Mafé kregen we op vrijdag voorgeschoteld. Nogmaals - je raadt het - rijst en vis maar dit keer met een flinke kwak pindasaus erbovenop. Hoewel
mafé me aanvankelijk het meest beviel, haastte ik me na enkele weken 's vrijdags voor een uurtje het project uit, na het opsnuiven van de sterke pindageur. Ook
mafé wordt geregeld bereid met vlees of kip. Het receptje lees je
hier.
Als ik dan even subtiel het project verliet, hoefde ik geen twee meter te wandelen of het eerste fruitkraam stond al voor me uitgestald. In mei boden de opkomende verse mango's me het beste alternatief. Oh, die mango's...