dinsdag 12 februari 2013

Straffe toogverhalen


Omdat ik een weddenschap met Dominique verloren had, was ik hem, zoals afgesproken, een pintje verschuldigd. In een nabijgelegen bar bestelden we elk een Flag en praatten we wat bij. Aangezien Dominique afkomstig is van Youtou, Casamance, vroeg ik hem hoe hij in de hoofdstad terechtgekomen was.
Hij vertelde me dat de burgeroorlog in de jaren ’90 hen geen andere keus liet dan te vluchten. Vooral in de dorpjes aan de grens met Guinea-Bissau, waaronder Youtou, was het bijzonder gevaarlijk. De rebellen zijn er nooit in geslaagd de ‘hearts and minds’ van de bevolking in de Casamance voor zich te winnen, zelfs niet die van hun eigen Diola-volk. Met het plunderen van verlaten dorpjes maak je je inderdaad niet erg populair.
Ook Dominique, zelf een Diola, moet noch van hen noch van hun overtuigingen hebben. Hijzelf verloor twee familieleden tijdens het conflict door landmijnen.
Samen met zijn oudere zus, vluchtte hij naar Gambia, waar hij de schrijnwerkersstiel aanleerde en het Wolof onder de knie kreeg. Acht jaar later bracht hij een bezoek aan zijn andere zus Clemence, de projectkokkin, in Dakar. Hij kreeg er een job aangeboden in het reiscafé Via Via. Tenslotte ging hij aan de slag in TSX.
Of Dominique ook zonder toedoen van de burgeroorlog in Dakar zou zijn beland, weet ik niet. Maar het conflict heeft hoe dan ook het leven van velen drastisch veranderd. En het is nog niet voorbij...


Je let in het grensgebied met Guinea-Bissau
beter op waar je loopt...



de vlag van le Mouvement des Forces Démocratiques de Casamance, de rebellen dus




De laatste nieuwtjes over het Casamance-conflict vind je hier en hier



Geen opmerkingen:

Een reactie posten