Straffe toogverhalen
Omdat ik een weddenschap met Dominique
verloren had, was ik hem, zoals afgesproken, een pintje verschuldigd. In een
nabijgelegen bar bestelden we elk een Flag
en praatten we wat bij. Aangezien Dominique afkomstig is van Youtou, Casamance, vroeg ik hem hoe hij
in de hoofdstad terechtgekomen was.
Hij vertelde me dat de burgeroorlog in de
jaren ’90 hen geen andere keus liet dan te vluchten. Vooral in de dorpjes aan
de grens met Guinea-Bissau, waaronder Youtou,
was het bijzonder gevaarlijk. De rebellen zijn er nooit in geslaagd de ‘hearts
and minds’ van de bevolking in de Casamance
voor zich te winnen, zelfs niet die van hun eigen Diola-volk. Met het plunderen van verlaten dorpjes maak je je
inderdaad niet erg populair.
Ook Dominique, zelf een Diola, moet noch van hen noch van hun overtuigingen hebben. Hijzelf verloor twee familieleden tijdens het conflict door landmijnen.
Ook Dominique, zelf een Diola, moet noch van hen noch van hun overtuigingen hebben. Hijzelf verloor twee familieleden tijdens het conflict door landmijnen.
Samen met zijn oudere zus, vluchtte hij naar
Gambia, waar hij de schrijnwerkersstiel aanleerde en het Wolof onder de knie kreeg. Acht jaar later bracht hij een bezoek
aan zijn andere zus Clemence, de projectkokkin, in Dakar. Hij kreeg er een job
aangeboden in het reiscafé Via Via.
Tenslotte ging hij aan de slag in TSX.
Of Dominique ook zonder toedoen van de
burgeroorlog in Dakar zou zijn beland, weet ik niet. Maar het conflict heeft
hoe dan ook het leven van velen drastisch veranderd. En het is nog niet voorbij...
![]() |
Je let in het grensgebied met Guinea-Bissau beter op waar je loopt... |
![]() |
de vlag van le Mouvement des Forces Démocratiques de Casamance, de rebellen dus |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten